Een economische krimp van 3,5 procent voor dit jaar. Dat valt mee, dacht ik toen ik CBS-directeur Teulings hoorde. Vervolgens trok premier Balkenende een parallel met de Grote Depressie van de jaren dertig toen hij constateerde dat de economie sindsdien niet eerder zo hard is gedaald.
Waarom het mij meeviel, ondanks Balkenende’s verwijzing, was Japan. Want op dezelfde dag werd bekend dat de economie van dat land over 2008 met ongeveer 13 procent was gedaald. En omdat economische prognoses in deze tijd een garantie tot aan de voordeur bieden sluit ik niet uit dat die 3,5 procent krimp nog maar het begin is. De verklaring voor de ongekende neergang van Japan is dat het een open, export afhankelijke economie is. Dat geldt ook voor Nederland. Het zou mij daarom niet verbazen als Nederland met Japanse toestanden te maken krijgt en een krimp van tien tot vijftien procent tot de mogelijkheden behoort.
De situatie wordt nog dramatischer als daar de bancaire sector bij wordt betrokken. Die is in Nederland naar verhouding groot. Kijk naar de cijfers. De sector heeft een balanstotaal van 3600 miljard euro. Zet daar een bruto binnenlands product van rond de 570 miljard euro tegenover en een staatschuld van net geen 300 miljard euro en elke niet-econoom weet dat een IJslandscenario ook voor Nederland werkelijkheid kan worden als de banken verder in de problemen komen. Ik zou althans niet weten waar nieuwe miljardeninjecties vandaan moeten komen, ook als het economisch herstel die eist.
Voorts zijn de problemen in de Eurozone ongelijk verdeeld. Ierland, Portugal, Spanje, Italië en Griekenland zijn er economisch het slechtst aan toe en kunnen de rest van de Unie meetrekken. Aloude recepten als devaluatie van de munt of bijdrukken van bankbiljetten zijn na het verlies van de nationale munten voor deze landen onmogelijk. Als zij geen draconische maatregelen nemen zoals het verlagen van lonen en uitkeringen voor het verbeteren van de internationale concurrentiekracht, storten hun economieën in en sleuren zij de rest mee. Of landen als Nederland moeten miljarden in Griekenland pompen. Maar dat zal nu niet snel gebeuren. Als die landen de eurozone dan niet verlaten, wordt de euro zelf opgeblazen.
Hoe nu verder. Ik heb vaker gepleit voor leiderschap en heb mij verzet tegen populisten die zeggen te luisteren naar het volk om vervolgens met schijnoplossingen te komen. Luisteren naar het volk heeft geen zin, want dat kijkt voor oplossing juist naar zijn leiders.
De grootste bedreiging voor leiderschap vormen politici die voordurend struikelen over zelf geslagen piketpaaltjes en daardoor geen echte maatregelen nemen. Een beroep op het ’regeerakkoord’ heeft overigens hetzelfde effect. Politici mogen zich niet blindstaren op de 20 miljard die moet worden bezuinigd. Want als Japanse toestanden werkelijkheid worden is die 20 miljard nog maar het begin.
Dat betekent feitelijk dat de maatregelen die het kabinet de komende weken verzint tevens de grondslagen moeten vormen voor een nieuwe economische en maatschappelijke orde afgedwongen door collectieve verarming en evenwicht op een lager niveau van welvaart. Dat vereist aanpassingen waar ik als burger niet goed van word, zoals een drastische verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd mogelijk tot 70 jaar; een hoge eigen bijdrage in de gezondheidszorg; en verlaging van uitkeringen en lonen; en de eis aan werkenden voor minder geld meer uren te maken. Dit alles zal met veel sociale onrust en politieke instabiliteit gepaard gaan.
Als wij echt op een Japanscenario afkoersen zijn nieuwe verkiezingen, gevolgd door een kabinet van nationale eenheid de enige mogelijkheid om voldoende politiek leiderschap en maatschappelijk draagvlak te genereren
Trouw