Hoe lastig het is om IS te verslaan, blijkt wel uit de berichten van het afgelopen jaar dat de aanval op Raqqa, de ‘hoofdstad’ van het kalifaat, en Mosul was ingezet en dat de val ervan aanstaande was. Tot nu toe is dat niet gebeurd.
Natuurlijk zijn er steden die wel zijn ingenomen, zoals Ramadi in Irak eind vorig jaar, maar IS lijkt zich nu te concentreren op de verdediging van echt belangrijke plaatsen. Raqqa is van grote symbolische waarde omdat het de hoofdstad van het kalifaat is; Mosul is de tweede stad van Irak en door zijn ligging nabij Syrië van grote strategische waarde.
Nu dan Falluja, dat vlak bij Bagdad ligt en daarom een ideale springplank is voor het uitvoeren van aanslagen in de Iraakse hoofdstad. Van die stad moet weinig over zijn. Na de jammerlijk mislukte eerste slag om Fallujah wist eind 2004 een coalitie van Amerikaanse, Britse en Iraakse eenheden de stad tijdens de bloedigste slag sinds de Vietnamoorlog te veroveren. Voor de oorlog woonden er tegen de 350.000 inwoners; na de oorlog woonden er 200.000 minder. Nu schijnen er nog maar 50.000 inwoners te zijn. Zij worden door IS belet de stad te verlaten omdat ze nodig zijn als menselijk schild.
Onwaarschijnlijke coalitie
Falluja geeft goed aan wat het probleem van oorlogvoering in steden is en waarom Raqqa en Mosul zo moeilijk kunnen worden ingenomen. Op dit moment is een onwaarschijnlijke coalitie van Iraakse antiterreureenheden die nauw met de Amerikanen samenwerken en door Iran gesteunde, veelal sjiitische milities bezig met de aanval op de stad. Een snelle opmars naar het centrum van de stad is zelfmoord. IS, die over hooguit 1000 strijders zou beschikken, heeft zich in tunnels ingegraven en gebouwen van boobytraps voorzien. De bevrijders beschikken over te weinig inlichtingen voor een nauwkeurige en planmatige inname van de stad.
Bovendien denkt IS strategisch. Een andere belangrijke reden waarom steden in Irak niet gemakkelijk kunnen worden ingenomen is omdat de verdediging van Bagdad op de eerste plaats komt.
Na grote IS-aanslagen besloot de regering iedere keer om eenheden van leger en politie naar de hoofdstad terug te trekken waarmee IS buiten de stad weer de vrije hand kreeg. Maar in mei vonden er in Bagdad zoveel aanslagen plaats dat premier Haider al-Abadi gedwongen werd om het probleem bij de wortel aan te pakken. Voor zijn eigen geloofwaardigheid ontkwam hij niet aan een nieuw offensief tegen het nabijgelegen Falluja. Als die klus geklaard is dan zal hij vervolgens zijn aandacht op Mosul moeten richten.
Politieke oplossing
Tegelijkertijd moet hij zoeken naar een politieke oplossing waarbij de soennieten bij het lands- en stadsbestuur worden betrokken. Voorlopig komt daar weinig van terecht.
De Iraakse Koerden vinden inmiddels dat de bevrijding van Mosul in Bagdad begint. Hun president Masoud Barzani begint zijn geloof in de Iraakse regering te verliezen en heeft inmiddels een onafhankelijkheidsreferendum aangekondigd. Hij wil niet voor Mosul vechten als al-Abadi zijn sjiieten blijft bevoordelen en Koerden en soennieten buiten spel zet. Door deze politieke onwil speelt al-Abadi IS op onverantwoorde wijze in de kaart.
De Column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.
Photo credit: Cristian Ştefănescu via Foter.com / CC BY