Even kreeg ik de indruk dat ik deze weken een Europese variant meemaakte van de blunder die het kabinet-Rutte maakte met de inkomensafhankelijke zorgpremie. Het bleek een plan dat in een achterafkamertje was bedacht, maar totaal niet aansloot bij verwachtingen van de burger. Maatschappelijk protest stopte het project en er werd naar een aanvaardbaarder alternatief gezocht.
Ook het eerste reddingsplan voor Cyprus leek zo’n rammelend compromis, in isolatie bedacht. Ook nu werd de buitenwereld onderschat. Alle spaarders moesten meebetalen; de garantie van een onaantastbare eerste 100.000 euro bleek ineens niet meer hard. Dat werd als fundamenteel oneerlijk gezien en knakte het geloof in het depositogarantiestelsel. Het Cypriotische parlement stemde tegen. Er kwam een plan dat beter bij de verwachtingen aansloot.
Toch is de geest uit de fles. In heel Europa geloven kleine en grote spaarders nu dat zij moeten opdraaien voor hun omvallende banken of financiële tegenvallers van overheden.
In Nederland zijn veel spaarders de verkiezingsretoriek van PvdA-leider Samson niet vergeten. Hij wilde de economie aanslingeren door het ‘dode vermogen’ van welvarende burgers fiscaal af te romen. Een overheid die armlastig is, kijkt dus naar waar nog iets te halen is. Dat zijn de spaarders en de pensioenfondsen. Kapitaalkrachtigen gaan zich ongetwijfeld beraden over hoe zij hun spaargeld buiten de grijpgrage vingers van de overheid kunnen houden.
Daarom heeft de crisis rond Cyprus een paradoxale situatie opgeleverd. Enerzijds is het wantrouwen van de spaarders toegenomen; anderzijds lijkt het vertrouwen van de financiële markten juist te zijn toegenomen. Want deze reageerden nauwelijks. Cyprus beslaat slechts 0,2 procent van de totale economie van de eurozone. Maar kennelijk was de gekozen route ook in de ogen van de financiële wereld de enige begaanbare.
Cyprus zou in chaos wegzinken
Bovendien onttrok het gekrakeel over Dijsselbloems vermeende verbale misstappen het zicht op nog een andere belangrijke ontwikkeling, namelijk dat de Cypriotische regering zich in alle bochten wringt om de euro te handhaven en lid van de EU te blijven. De Cypriotische president zag in dat een faillissement van zijn land het vertrek uit de euro zou kunnen betekenen. Cyprus zou in chaos wegzinken.
Vertrek uit de euro was niet denkbeeldig. Politici, onder wie de Duitse minister van financiën Schäuble, speculeerden openlijk over het vertrek van het land. Een toenemend aantal Duitsers zou dat wel mooi hebben gevonden, zoals de nieuw op te richten partij Alternative für Deutschland, die de euro wil afschaffen en staatssoevereiniteit volledig wil herstellen. En niet alleen Duitsers zouden Cyprus’ vertrek hebben toegejuicht.
De grootste winst van de Cypriotische crisis is dat de financiële markten ondanks een stom eerste reddingsplan zo rustig te hebben gereageerd. Rusland heeft Cyprus niet opgekocht. De Europese Unie en Cyprus zijn er uiteindelijk uitgekomen. En, het belangrijkste, de unie heeft niet toegestaan dat het land de eurozone verliet.
Ondanks het verloren vertrouwen bij de Europese spaarders, schept dat toch een soort van vertrouwen in de toekomst van de Unie en de euro.