De Europese Unie en de euro bestaan nog. Maar de zwaktes komen steeds sterker aan het licht. Economen als Arjo Klamer hebben zich consequent tegen de invoering van de Euro verzet omdat die niet crisisbestendig zou zijn.
Vanuit het oogpunt van stabiliteit van de munt is centrale besluitvorming vereist. Dat betekent verdiepte politieke samenwerking binnen de Eurozone. Maar dat vooruitzicht is door Eurosceptici geblokkeerd. Zij vreesden voor een federaal Europa. Klamer wees de euro ook af omdat hij tegen een Europese moloch is die belangen van de burger minder goed kan beschermen dan kleine, flexibele staten als Zwitserland en Singapore. Daar tegenover staat dat die kleine staten de grote mondiale milieuproblemen en de zekerheid van energie en grondstoffen niet kunnen aanpakken. In een wereld die steeds meer gedomineerd wordt door grote, nieuwe spelers als China, India, Brazilië en Rusland is samenballing van de Europese economische en militaire macht essentieel om welvaart en veiligheid te beschermen.
Wel ben ik altijd kritisch geweest over de onbezonnen uitbreiding van de Unie met landen als Bulgarije en Roemenië, die nauwelijks aan de eisen voldeden. Bovendien heb ik altijd bezwaar gehad tegen uitbreiding zonder dat eerst tot meer politieke eenheid was besloten, precies om de reden die de tegenstanders van de euro aanvoerden: zonder politieke unie is de invoering van de euro riskant. Het was dus strategisch fout om pas na toetreding van nieuwe leden de vermaledijde grondwet in te voeren.
De discussie over de politieke samenwerking werd gedreven door onenigheid over de aard van de Unie. Voorstanders van de Unie als vrijhandelszone waren voor snelle uitbreiding omdat dit de politieke eenwording zou belemmeren. Voorstanders van de Unie als belangrijke mondiale politieke speler wilden meer politieke eenheid.
Omdat er geen duidelijke keuze werd gemaakt, loopt de Unie nu zelf gevaar. Protectionisme is een van de boosdoeners. Omdat minister Bos de belangen van de Belgische aandeelhouders terzijde schoof, wordt buiten Nederland daarom kritisch tegen de nationalisatie van Fortis aangekeken. Ook de Franse president Sarkozy kreeg veel kritiek. Hij stak geld in zijn noodlijdende auto-industrie op voorwaarde dat alleen Franse banen zouden worden behouden. Dit soort ontwikkelingen ondermijnen de essentie van de Unie, namelijk de gemeenschappelijke interne markt die zelfs door de grootste Eurosceptici als een verworvenheid wordt gezien. Protectionisme is de dood in de pot. Want door de grote verwevenheid met de Duitse economie is Nederland bijvoorbeeld gebaat bij een fors Duits economisch reddingsplan waaraan niet de voorwaarde wordt verbonden dat elke Duitse euro ten goede aan de Duitse werknemer komt.
De interne markt van Unie staat onder druk en politieke eenheid is verder weg dan ooit. Er komt geen centraal toezicht op grensoverschrijdende financiële instellingen. De Britten vrezen voor Europese zeggenschap over de City. Het Hongaarse plan voor een hulpfonds voor Oost-Europa werd afgelopen weekeinde tijdens de informele EU-top politiek afgeserveerd. Landen binnen de Eurozone als Griekenland en Ierland die door de crisis disproportioneel zijn getroffen, kunnen nu het voorbestaan van de munt zelf in gevaar brengen. Maar plannen voor gezamenlijke Eurozone-obligaties, om deze landen in staat te stellen goedkoper te lenen halen het politiek niet.
Openlijke ruzies blijven binnen de Unie nog uit. Als politieke leiders de komende tijd niet veel verder komen dan zalvende verklaringen en de belofte om elk noodgeval serieus te bekijken kunnen de critici van de Euro alsnog gelijk krijgen en zullen de Eurosceptici tot de ontdekking komen dat zelfs de interne markt verkruimelt.
Trouw
Photo credit: European Parliament via Foter.com / CC BY-NC-ND