Deze week steeg de Spaanse werkloosheid tot boven de 20 procent. Het zijn vooral de jongeren die een nieuwe kans in het buitenland zoeken.
In Griekenland rukt de werkloosheid op naar 15 procent. In dat land vielen vorig jaar mei al de eerste doden tijdens massale protesten tegen de bezuinigingen. Portugal scoort boven de 10 procent aan werklozen. De helft van hen is onder de 35 jaar.
Jongeren worden het hardst door de crisis getroffen en voeren de protesten aan. Ze zijn goed opgeleid, willen een gezin stichten en zoeken daarom werk.
Wacht eens: was dit niet precies de reden voor de opstanden in de Arabische wereld? Voor die perspectiefloosheid worden in de Arabische wereld de ondemocratische heersers verantwoordelijk gehouden. Zij zijn verantwoordelijk voor de oneerlijke verdeling van de welvaart en zij onderdrukken het volk dat geen ontplooiingsmogelijkheden heeft. De roep om democratie is daarom vooral een roep om perspectief. Kortom, het is een legitimiteitscrisis van de heersende elite die verantwoordelijk wordt gehouden voor de malaise.
Wij Europeanen zijn nogal tevreden met onze democratische verworvenheden die wij dan ook als eersteklas exportproduct beschouwen. Dat blijkt maar weer eens uit alle emotionele oproepen om de Arabische volkeren te steunen die tegen hun onderdrukkers in opstand komen en democratie willen, net als wij.
Toch zwelt ook in Europa de ontevredenheid aan. Er is feitelijk precies hetzelfde aan de hand als in de Arabische wereld. Ook bij ons is sprake van een legitimiteitscrisis van de heersende elite die voor de malaise verantwoordelijk wordt gehouden.
De aanleiding voor de politieke crisis in de Arabische wereld en Europa vertoont opmerkelijke overeenkomsten. Dat geldt ook voor de reacties. In de Arabische wereld wordt niet gestemd, dus worden heersers verdreven. In Europa keren kiezers zich af van hun leiders. Ze stemmen tegen harde bezuinigingen of vluchten naar populistische partijen. Want die spreken de kiezer aan als slachtoffer van overheid en buitenland.
Populistische parijen schieten overal in Europa uit de grond, en verwerven merkwaardig genoeg de meeste aanhang in de landen die het minst door de crisis worden getroffen, zoals Zwitserland, Noorwegen, Oostenrijk, Nederland en Denemarken. In deze landen stemt tussen de 15 en 30 procent populistisch. In hard door de crisis getroffen landen scoort dit soort partijen nauwelijks.
Deze ontwikkeling roept de vraag op of westerse democratieën een lichtend voorbeeld voor de Arabische wereld kunnen zijn. Ook hier faalt de elite in de ogen van veel burgers. Zij hebben met de bankencrisis de wereldeconomie aan de rand van de afgrond gebracht. En onder invloed van populisme en desinteresse in democratische verworvenheden kalven democratie en rechtsstaat af. Zo zet de PVV met zijn idee om herbenoeming van rechters afhankelijk te stellen van de zwaarte waarmee zij straffen de bijl aan de wortels van de rechtsstaat.
Het zou mooi zijn als wij Europeanen het Arabische streven naar democratie zouden aangrijpen voor enige zelfreflectie. Die begint met de erkenning dat er grote overeenkomsten zijn in de legitimiteitscrisis van leiders daar en hier en dat onze democratische rechtsstaat geen vanzelfsprekendheid is.
Trouw