Datzelfde gold voor de uitslag van de Nederlandse verkiezingen. Wie dacht dat Nederland een vergeten uithoek is, had het mis. De afgelopen anderhalve week was ik in Philadelphia, Washington, Ottawa, Riga en Tallinn. Overal kwam de politieke situatie in ons land ter sprake en werd gevraagd of Nederland nu weer een constructief kritisch land wordt in plaats van een dwarsligger in de internationale politiek.
Als het inderdaad zo is dat deze uitslag een steun in de rug betekent voor de pro-Europese krachten, moet het nieuwe kabinet het momentum vasthouden en een brede maatschappelijk discussie organiseren over welk Europa in ons belang is. Dat debat moet dan wel de simplistische retoriek van ‘terug naar de gulden’ en ‘geen Europese superstaat’ overstijgen. Dit soort clichés getuigt slechts van historische nostalgie, een gebrek aan strategisch denken en onverantwoordelijk politiek gedrag. De kiezer heeft deze Eurodestructie overduidelijk afgestraft.
Superstaat
Commissievoorzitter Barroso leek met zijn troonrede, de Staat van de Unie, in te spelen op de positieve ontwikkelingen van de afgelopen anderhalve week. Zijn rede is het waard om te lezen, ook om wat er niet staat. Zo zegt Barroso niet dat er een Europese superstaat moet komen. Die wijst hij zelfs expliciet af. Volgens Barroso kan de economische en monetaire unie alleen een succes worden als die uiteindelijk wordt opgetuigd met een politieke unie met een coherent buitenlands en veiligheidsbeleid. Het einddoel is voor hem een ‘federatie van natiestaten’. Dat is dus wat anders dan een federatie volgens Duits of Amerikaans model. Staten blijven bestaan, maar harmoniseren hun beleid op essentiële punten, zoals op het gebied van economie en monetair, buitenlands en veiligheidsbeleid.
In dit systeem dient het democratische basisbegrip subsidiariteit daadwerkelijk te worden toegepast. Kortom, wat nationaal kan worden geregeld, wordt nationaal geregeld; grensoverschrijdende vraagstukken regelen we gezamenlijk in Brussel.
Terecht stelt Barroso dat het debat hierover moet worden gevoerd door de samenleving. Blijft de vraag hoe dat moet. Niet-ingewijden vinden het alleen al lastig om grip te krijgen op mijn samenvatting van de kern van Barroso’s denken. Een probleem is dat internationale samenwerking ingewikkeld is en dat oplossingen altijd compromissen zijn waarin nationale belangen en culturen met elkaar worden verzoend.
Zesduizend banken
Dat neemt niet weg dat er al meer geregeld is dan velen denken. Inmiddels zijn er onder meer afspraken over vergaande Brusselse controle op nationale begrotingen, en lanceerde EU-president Van Rompuy afgelopen week zijn plan voor een bankenunie. De ECB moet volgens de Commissie directe toezichtbevoegdheden krijgen over zesduizend banken in de Eurozone.
Een maatschappelijk debat eist dat begonnen wordt met het vertellen van een eerlijk, op feiten gebaseerd verhaal over Europa en met de erkenning dat de bouwstenen van Barroso’s Europa allang op hun plaats liggen.
Trouw