De topmannen van multinationals als DSM en Akzo-Nobel, gesteund door werkgeversorganisatie VNO-NCW, luidden onlangs de noodklok: Nederland verliest aan concurrentiekracht. Het heeft alles te maken met de schaliegas en -olie revolutie in de Verenigde Staten. De energieprijs in de VS is door die revolutie nog maar een fractie van die in Europa.
Het gevolg? Multinationals als Dow Chemical sluiten de poorten en brengen hun activiteiten over naar Amerika. Shell heeft plannen voor een ethanolfabriek bij Pittsburgh. Inmiddels zijn 50 nieuwe petrochemische projecten in de VS gestart. Goed voor de chemie in Amerika, slecht voor die in Europa. De chemiesector is in Nederland goed voor 63.000 banen, 58 miljard euro omzet en bijna 20 procent van de export.
Sinds in Nederland voor onderzoek in Noordoostpolder en Noord-Brabant ‘opsporingsvergunningen’ zijn verleend, begint ook in Nederland het debat over schaliegas. Over onze concurrentiepositie gaat het niet. Wel wordt een tamelijk ideologische discussie over de milieugevolgen gevoerd. En dat terwijl we nauwelijks weten waar, hoeveel schaliegas en -olie in de grond zit en of dit op veilige manier kan worden gewonnen. Het debat over schaliegas wordt gedreven door voorlopig ongegronde angsten over grondwatervervuiling, inbreuken op het landschap en aardbevingen. GroenLinks zegt bij voorbaat ‘nee’.
Inmiddels is er ook het economische argument tegen schaliegas. De prijs in Amerika is zo laag omdat er overproductie is. Er zijn te veel putten geboord, maar uiteindelijk zal de prijs omhoog gaan. Maar door de enorme aanvoer van nieuw gas zal zeker in Amerika de prijs volgens deskundigen op een laag niveau stabiliseren.
De crux van de energierevolutie
Obama kan dus industrie terughalen, zelfs uit China. Dat is goed voor de werkgelegenheid. Maar de crux van de energierevolutie is geopolitiek. De Amerikanen worden onafhankelijk van andere landen waardoor ze meer armslag in de buitenlandse politiek krijgen. China bekijkt dat nu al met argusogen.
Hoewel de ontginning van de nieuwe energievoorraden duurder is dan in de VS, lijkt door de overvloed aan gas ook hier de prijs te kunnen dalen. Dat lijkt goed voor milieu en portemonnee. Gazprom reserveert nu al geld om te dure contracten open te breken. En dan is er het geopolitieke argument. Over tien jaar wordt Nederland importeur van gas. Dat scheelt miljarden aan inkomsten en maakt ons afhankelijker van leveranciers als Rusland. Moeten we dat willen?
Als de winning van schaliegas de gasproductie in Nederland substantieel verlengt, kopen we tijd. Tijd om de transitie naar duurzame energie mogelijk te maken en onze industriële basis op orde te krijgen. Die tijd lijkt hard nodig. Op het gebied van duurzame energie is Nederland hekkensluiter in Europa. We weten niet wat we willen. Er zijn protesten tegen schaliegas, kolencentrales, kernenergie en horizonvervuilende windmolens. Burgers willen hooguit zonnecellen, mits gesubsidieerd. Energiebedrijven bouwen meer vervuilende kolencentrales.
In Californië en Duitsland levert ondoordachte verduurzaming inmiddels hogere kosten voor de consument en economische schade op. Ook daar werd het debat vooral op ideologische gronden gevoerd.