Hoe de Turkse president Erdogan zal reageren op de wens van het Europese en nu ook het Nederlandse parlement om de onderhandelingen over toetreding tot de Europese Unie te staken, laat zich raden: bemoei je met je eigen zaken, met jullie zijn geen afspraken te maken en jullie hebben ons harder nodig dan wij jullie.
De crisis in de betrekkingen met Turkije geeft goed aan wat de uitdagingen van deze tijd zijn. Leiders van prille democratieën hebben de neiging om hun land in onzekere tijden om te vormen tot autoritaire democratieën met henzelf als sterke man. Poetin doet het, Orban doet het. Voor hen zijn economische crises, vluchtelingenstromen en terrorisme een prachtige aanleiding om met instemming van een belangrijk deel van de bevolking de democratie om zeep te helpen en de orde met harde hand te herstellen. Hou er maar rekening mee dat het niet bij de genoemde leiders blijft.
Voor westerse landen zijn deze leiders een probleem omdat ze zich niet houden aan de regels van het spel. Ze zijn als verkeershufters die lak hebben aan de politie en jou een grote bek geven als je ze in de weg zit.
Deels hebben we de huidige crisis aan onszelf te danken. Met de Turkije-deal om de vluchtelingenstroom in te dammen, hebben we onszelf een wapen uit handen geslagen om Turkije onder druk te kunnen zetten. Zeker, Turkije kreeg in ruil voor het terugnemen van vluchtelingen zes miljard euro en de belofte van visumvrij reizen. Maar uiteindelijk gaat nationale trots boven dit soort toezeggingen. Erdogan kan zijn volk tamelijk geloofwaardig uitleggen dat hij zich niet door de Unie voor de voeten laat lopen in de strijd tegen coupplegers en andere terroristen.
Perverse prikkels
De opstelling van de Europese leiders belemmert hem alleen maar in zijn pogingen het land te redden. Hoe harder de Unie hamert op eerbiediging van mensenrechten en democratie, hoe geloofwaardiger Erdogan dit argument kan maken. Want de Unie staat immers aan de kant van de terroristen. Dit klinkt allemaal weinig ethisch, maar zo werkt het nu eenmaal.
Precies vanwege dit soort perverse prikkels ben ik altijd een tegenstander van die Turkije-deal geweest. Je mag je voor de oplossing van je eigen problemen nooit afhankelijk van andere landen maken. Doe je dat wel, dan word je chantabel. Feitelijk bewijst de Turkije-deal dat de lidstaten van de Unie een te beperkt idee van buitenlandse politiek hebben. De bevordering van mensenrechten en democratie staat centraal, maar die kunnen alleen worden afgedwongen als potentaten als Erdogan respect voor je hebben.
Respect dwing je af door kracht en onafhankelijkheid. Maar de economische en militaire verzwakking van en de politieke chaos in de Unie hebben die kracht en onafhankelijkheid onacceptabel aangetast. Daarom zou het mij ook niet verbazen als Erdogan inderdaad vindt dat wij hem meer nodig hebben dan andersom en dat hij de banden met de Unie en zelfs met de Navo definitief wil doorsnijden. Naar verluidt lonkt hij inmiddels naar de Shanghai Cooperation Organization; een club voor economische en militaire samenwerking met Rusland en China.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.
Photo credit: BrookingsInst via Foter.com / CC BY-NC-ND