Energie
Beschikbaarheid van gas en olie in de Verenigde Staten kan wereldwijde gevolgen hebben.
De schaliegasrevolutie in de VS kan leiden tot instabiliteit in buurlanden van de Europese Unie, schrijven Sijbren de Jong en Willem Auping.
De schaliegasrevolutie heeft het Amerikaanse energielandschap drastisch veranderd. Dankzij de mogelijkheid om schalielagen hydraulisch te kunnen kraken, ook wel ‘fraccen’ genoemd, is de beschikbaarheid van onconventionele fossiele energiebronnen, met name schaliegas, enorm toegenomen. Het gevolg is dat de VS nu aan de eigen vraag naar aardgas kan voldoen, ondanks eerdere voorspellingen dat ze langdurig een aardgasimporteur zou blijven.
Tegelijkertijd is de olieproductie in de VS enorm toegenomen, waarmee de VS op weg zijn om midden jaren 2020 Saoedi Arabië in te halen als grootste olieproducent en tegen 2030 een olie-exporteur te worden.
De afname in de afhankelijkheid van de import van energie biedt de VS de mogelijkheid om het buitenlands beleid te heroverwegen. Dit gebeurt ook al, van Europa en het Midden-Oosten richting het Verre Oosten. De leemte die de VS achterlaten in het Midden-Oosten wordt waarschijnlijk door opkomende landen als India en China opgevuld. Toenemende competitie tussen deze landen in deze toch al instabiele regio is niet ondenkbaar, maar wel onwenselijk. Als we daarbij betrekken dat de oude ‘Pax Americana’ wellicht tot het verleden behoort, dan wordt het handhaven van vrede en stabiliteit meer en meer een Europese aangelegenheid, juist in deze tijd van bezuinigingen op buitenlands beleid en defensie.
Schaliegas en –olie, net als andere onconventionele energiebronnen, zijn dure energiebronnen, dus de winning vindt alleen plaats bij voldoende hoge energieprijzen. Alleen al hierdoor is het niet waarschijnlijk dat in andere landen ook een schaliegasrevolutie plaats zal vinden. De Amerikaanse schalierevolutie heeft er echter wel voor gezorgd dat er wereldwijd meer aardgas beschikbaar is. Als we dit combineren met de verwachting dat de gasvraag hoe dan ook toeneemt, kan dit leiden tot een verschuiving in de energiemix, de verhouding tussen de verschillende energiebronnen. Dit gebeurt al in de VS, maar tussen 2020 en 2030 zullen deze effecten doorwerken op globaal niveau.
De wereldwijde beschikbaarheid van vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) neemt toe door de hogere aardgasproductie. Transportbedrijven en overheden zijn aan het kijken hoe LNG ingezet kan worden als transportbrandstof in bijvoorbeeld vrachtvervoer, bussen, of scheepvaart. Aardgas kan ook olie vervangen als grondstof voor de (petro)chemische industrie. De aanwezigheid van schaliegas kan daardoor als katalysator dienen voor de transitie van olie naar gas in energie-intensieve onderdelen van de economie.
Een andere, buitengewoon belangrijke factor om in de gaten te houden is de ‘ontkoppeling’ van economische groei en toename in de energiebehoefte. Ook opkomende economieën voeren strengere standaarden in voor brandstofefficiëntie, ook al lopen ze op dit vlak achter bij de ontwikkelde economieën. Dit soort ontwikkelingen vertraagt de groei van de vraag naar energie, inclusief de vraag naar olie. De olieprijs is historisch en door eigenschappen van deze brandstof volatieler dan de gasprijs en kan hierdoor sterk onder druk komen te staan. Dat is slecht nieuws voor de naburige olie- en gasproducerende landen, die vrijwel zonder uitzondering aanzienlijk hogere olie- dan gasinkomsten hebben.
In de meeste landen met zeer hoge olie- en gasinkomsten, zoals Saoedi Arabië, Algerije, en Rusland wordt een aanzienlijk deel van deze inkomsten gebruikt als deel van het ‘sociaal contract’ tussen bevolking en staat. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals het creëren van – niet competitieve – banen, of het versterken van de koopkracht door voedsel- en brandstofsubsidies. In onze recente studie ‘The Geopolitics of Shale Gas’ vonden wij dat door schaliegas en ontkoppeling dit contract onhoudbaar kan worden, met instabiliteit als gevolg.
Niet alle olie- en gasproducerende landen zijn even weerbaar voor zulke ontwikkelingen. Jonge, imperfecte, democratieën met een hoge jeugdwerkloosheid en beperkte financiële reserves om eventuele klappen in de begroting op te vangen zullen de grootste problemen hebben. Uit onze studie blijkt dat Algerije en Rusland het grootste risico lopen. Dat komt zowel door hun verslaving aan grondstofinkomsten, als hun gebrek aan buffers.
Europa kan zo geconfronteerd worden met een toename in de instabiliteit in twee van haar belangrijkste olie- en gasleveranciers, als inderdaad de vraag naar olie afzwakt met lagere olieprijzen als gevolg. Dit kan tot recessies in deze landen leiden, met een toename in de jeugdwerkloosheid en, als voedsel- en brandstofsubsidies worden opgeschort, een sterke klap voor de koopkracht van de bevolking. Dergelijke omstandigheden hebben in het verleden vaak geleid tot zware onrust en revoluties.
De EU zal daarom moeten anticiperen op dit soort omstandigheden en eventuele ongewenste neveneffecten van het streven naar een grotere energie-onafhankelijkheid. De EU moet daarom op zoek gaan naar nieuwe wederzijdse afhankelijkheden met als belangrijkste doel een verdere ontwikkeling van deze landen: zowel politiek als economisch.
Dit artikel verscheen in Het Parool op Zaterdag 22 Februari 2014. Het rapport The Geopolitics of Shale Gas rapport is hier te downloaden.