Eind vorig jaar stuurde IS-leider al-Baghdadi zijn ‘minister van oorlog’ naar Kobani. Ook moest de Britse gijzelaar John Cantlie vanuit Kobani een videoverslag over het succes van IS maken. Het gaf aan hoe groot de propagandawaarde van de stad voor IS was.
De strijd was immers door de media vanuit het veilige Turkije te volgen. Ook voor president Obama, die naar successen in deze oorlog snakt, was de propagandawaarde groot. Net als voor de Koerden die het vuile werk op de grond opknappen en de herovering als stap op weg naar een Koerdische staat zien.
De grote verliezer is niet IS. De bombardementen beperken weliswaar hun bewegingsvrijheid, maar feitelijk zijn ze nergens echt in het defensief.
Bagatelliseren
De echte verliezer is Turkije, dat IS steunde omdat ze tegen de Koerden vochten, maar door Amerika gedwongen werd de strijd van hun Koerdische vijanden min of meer te steunen.
Ankara probeerde de te voorziene Koerdische overwinning op voorhand te bagatelliseren door te eisen dat het door hen gesteunde Vrije Syrische Leger ‘mocht’ meevechten. Daar hadden de Syriërs niet veel trek in, want hun vijand is niet IS, maar Assad. Uiteindelijk deden ze het, om politieke redenen, toch. Veel schieten ze er nu niet mee op, want de mediaoverwinning is voor de Koerden en de Amerikanen.
Dat IS niet echt in het defensief is, blijkt ook uit de berichten dat gematigde aanhangers van het Vrije Syrische Leger onder het mom van ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’ naar IS en Al-Qaidafiliaal Al-Nusra overlopen. Bovendien zullen de Koerden nimmer steden veroveren in sjiitisch en soennitisch gebied. Wie als doel een Koerdische staat heeft, zal immers nooit levens spenderen aan gevechten buiten die imaginaire staat. Soennieten en sjiieten, met uitzondering van de aanhangers en bondgenoten van Assad, lijken voorlopig te gefragmenteerd om IS daadwerkelijk te verslaan.
Amerikaanse schuld
Tot slot is IS tactisch sterk. Ze verschuiven troepen tussen zones en vergroten zo geleidelijk de controle over Syrië en Irak. Die gebieden worden behouden door een combinatie van wreedheden en verlokkingen, zoals sociale voorzieningen. De bombardementen zullen het effect hebben dat de positieve aspecten van de IS-bezetting verloren gaan: oudjes kunnen niet meer gratis met de bus, gratis voedsel is verleden tijd, kinderen kunnen niet meer naar school en de gezondheidszorg stort in. Bombardementen verschaffen IS de mogelijkheid om de schuld in de schoenen van door Amerika geleide coalitie te schuiven waardoor IS meer steun van de bevolking krijgt.
Precies om die reden pleitte ik eerder voor het afknijpen van financiële stromen, inclusief de illegale export van olie en het trekken van rode lijnen waarbuiten IS niet mag komen. Als IS binnen de rode lijnen de sociale programma’s niet meer kan betalen, vervalt de steun vanzelf en verzwakt de organisatie. Intussen kunnen grondtroepen worden gemobiliseerd en getraind en aanvallen als de tijd rijp is.
De grote testcase wordt nu het Koerdische Mosul, een oliestad met honderdduizenden inwoners. Inleidende Koerdische en Amerikaanse manoeuvres zijn al begonnen en het moreel is door de val van Kobani zonder twijfel versterkt.
De column van Rob de Wijk verschijnt elke week in Trouw.