Vlak na 11 september 2001 kreeg ene Gary, een CIA-veteraan die actief was in Pakistan en Afghanistan, van zijn baas te horen dat hij Bin Laden moest vinden: ‘I want his head in a box’, zo schreef journalist Bob Woodward dit voorval op in zijn boek ‘Bush at War’.
Rond 2005 liep de speurtocht dood, totdat vorig jaar zomer de koerier van Bin Laden in het vizier kwam. Wat werd verondersteld bleek te kloppen: Bin Laden zat in Pakistan.
Medio februari bezocht ik de Special Operations Forces in Afghanistan om de effectiviteit van hun optreden tegen de taliban te onderzoeken. Voor het tv-programma ‘Een Vandaag’ sprak ik af iets over mijn bezoek te vertellen en dit te larderen met opnames met de Flipcamera. Die impressies kwamen er, maar over het belangrijkste kon ik niets zeggen.
Aan het einde van een reguliere ochtendbriefing voor de Special Operations Forces kwam plotseling het huis van Osama bin Laden ter sprake. Dat bleek ten noorden van Islamabad te liggen. Uit de briefing bleek verwarring over de identiteit van een koerier.
Bin Laden leefde dus nog. Het was duidelijk waar hij woonde. Hij werd in de gaten gehouden. Maar waarom werd geen actie ondernomen? Zouden ze hem in leven willen houden om zijn contacten en netwerk in kaart te brengen? Waren de voorbereidingen voor zijn arrestatie al gestart? Welke rol speelden de Pakistaanse autoriteiten?
In de gepantserde auto terug naar het kamp leidde dat tot discussies en nog meer vragen. Wat heeft Bin Laden bijvoorbeeld bereikt. Uiteindelijk niet zoveel, zei een van mijn begeleiders. Aanvankelijk wilde Bin Laden een opstand tegen regimes in de moslimwereld ontketenen en daarna een oorlog tegen het Westen. Afgezien van heel veel menselijk leed, heeft Bin Laden geen van die doelstellingen bereikt.
Volgens mij lag het complexer. Zonder de aanslagen van 11 september had president Bush nooit de oorlog aan het terrorisme verklaard. Bob Woodward beschrijft wat Bush op het moment dat hij van de aanslagen hoorde en dacht: ze hebben ons de oorlog verklaard; dus gaan we oorlog voeren. Vanaf dat moment ging het snel, ook al was toen nog onduidelijk wie of wat precies moest worden aangevallen en wat precies bereikt moest worden. Het was het begin van de Amerikaanse betrokkenheid bij Afghanistan die tot op de dag van vandaag voortduurt.
Belangrijker was dat in de dagen na 11 september defensieminister Rumsfeld de mogelijkheid van een invasie in Irak opwierp. Vooral zijn plaatsvervanger Wolfowitz was daar voorstander van. Die veronderstelde dat er een kans van 10 tot 50 procent was dat Bin Laden door Saddam Hoessein werd gesteund. Uiteindelijk kwam die oorlog er in 2003.
Twee gelijktijdige oorlogen, gecombineerd met Bush’ retoriek waarmee hij iedereen die hem niet steunde in het kamp van de terroristen plaatste, hebben de VS uiteindelijk onherstelbare schade opgeleverd en een aanzet gegeven tot het verval van ‘s werelds enig overgebleven supermacht. De financiële crisis deed de rest.
Bin Laden’s erfenis is niet gering. Die erfenis bestaat echter vooral uit Bush’ reactie op de aanslag, die daarmee zichzelf, zijn land en de wereld een slechte dienst bewees. Ik denk dat Bin Laden daarop tot afgelopen zondag met tevredenheid terugkeek.
Trouw