Om de informatievoorziening van de Tweede Kamer voorafgaand aan eventueel te nemen crisismaatregelen te verbeteren, moet er een informatieprotocol komen waarbij Artikel 100 van de grondwet als uitgangspunt wordt genomen.
Ik vraag me af of de commissie de kern van die grondwetsbepaling wel heeft doorgrond. Of heeft de commissie een opmerkelijke opvatting over de rol van de Kamer?
Artikel 100 stelt dat de regering de Kamer vooraf inlichtingen verstrekt over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde. Als dat niet lukt, dienen die inlichtingen zo spoedig mogelijk te worden verstrekt.
Cruciaal in Artikel 100 is dat wordt gesproken over de internationale rechtsorde. Simpel gezegd is dat de inzet van de krijgsmacht ten behoeve van vredesoperaties. Die bewoording is destijds heel bewust gekozen. Een vredesoperatie zie je lang van te voren aankomen, belangen van Nederland staan veelal niet op het spel en een breed parlementair draagvlak is voor de uitzending noodzakelijk.
Maar in crisissituaties of oorlog geldt Artikel 100 niet. De regering moet dan doen wat ze moet doen: het land of onze belangen verdedigen en de tegenstander niet in onze kaarten laten kijken.
Wat denkt u? Was de redding van Fortis een vredesoperatie of een acute crisissituatie? Dat laatste dus. Precies om die reden is de aanbeveling van de commissie zo curieus.
Dit was ook het punt waarom Wouter Bos, als minister van financiën destijds een hoofdrolspeler, furieus op de commissie en de verslagen in de media reageerde: er is in oorlogstijd geen mogelijkheid tot overleg. Jammer dan voor het budgetrecht van de Kamer, waarmee deze crisisuitgaven kan tegenhouden.
Dat laatste is precies wat er niet moet gebeuren. Betrokkenheid van de Kamer kost tijd, je laat je door de tegenstander in de kaart kijken, en het leidt altijd tot compromissen die de kracht uit elk besluit halen.
Precies om deze redenen lopen humanitaire interventies, zoals die in Libië, Irak en Afghanistan, vaak fout. Want parlementen willen een beetje oorlogvoeren, en applaudisseren niet voor effectief en krachtdadig ingrijpen. En dat laatste is wat Bos met Fortis wel deed.
En dan de rol van het parlement zelf. In crisistijd staan de volksvertegenwoordigers inderdaad even buiten spel. Bovendien heb ik tijdens de maatschappijleerlessen op de middelbare school nog geleerd dat de Kamer controleert en de regering regeert. Dit is volgens mij nog steeds zo. Met De Wits voorstel gaat de Kamer op de stoel van de regering zitten.
Als burger wil ik dat de regering tijdens crises snel en doeltreffend ingrijpt en niet oeverloos wikt en weegt en met de volksvertegenwoordiging overlegt over vage, weinig effectieve compromissen die de crisis alleen maar erger maken. Dan is leiderschap nodig. Maar die wordt door deze aanbeveling van De Wit vrijwel onmogelijk gemaakt.
Dan snijdt een ander voorstel van de commissie-De Wit – om de regering te verplichten tot het achteraf verstrekken van informatie door middel van een verantwoordelijkheidsmemorandum – meer hout.
Trouw