Terwijl de zojuist aangetreden regering-Rutte korte metten maakt met de kenniseconomie, tonen ontwikkelingen aan de andere kant van de aarde aan dat hier een strategische fout wordt gemaakt.
Tijdens de regeringsverklaring stelde de nieuwbakken premier ’meer ruimte voor innovatie en vernieuwing’ in het vooruitzicht. Ik zal u de rekensom besparen, maar het kabinet kort ruwweg een miljard op de in totaal zes miljard voor innovatie. De belangrijkste ombuiging is 500 miljoen euro aan aardgasbaten die niet langer naar de kenniseconomie gaat. En dat, terwijl Nederland binnen de groep rijke, geïndustrialiseerde landen al steeds verder achterop is geraakt.
Aan de andere kant van de aardbol, om precies te zijn in China, werden besluiten genomen die juist aantonen dat Nederland en Europa hun welvaart en veiligheid niet kunnen behouden als niet volop in innovatie wordt geïnvesteerd. In september besloot Peking vanwege een akkefietje op zee tussen Japanse patrouilleschepen en een Chinees vissersschip het buurland scheepsladingen schaarse aardmetalen te onthouden. Vorige week werd bekend dat ook scheepsladingen richting Europa en Amerika werden opgehouden.
Overigens besloot China in juli al tot drastische exportrestricties voor de tweede helft van dit jaar. De laatste exportrestricties kwamen daags nadat Amerika bekendmaakte te onderzoeken of China de regels van de WHO niet had geschonden door de export van schone energie te subsidiëren en de importen extra te belasten. De Amerikanen verdenken China er nu van schaarse aardmetalen vooral te willen aanwenden voor de eigen duurzame industrie. Het is een logische verdenking, want de delfstoffen zijn cruciaal voor de fabricage van windmolens, elektrische motoren, zonnepanelen en daarnaast bijvoorbeeld ook voor hightech toepassingen in beeldschermen en mobieltjes.
De grondlegger van de moderne Chinese economie, Deng Xiaoping, had het goed gezien. In 1992 zei hij dat er olie in het Midden-Oosten is, en schaarse aardmetalen in China. Dat laatste was een understatement, want China domineert 93 procent van de wereldmarkt. Die monopoliepositie werd in 2003 verkregen toen Amerika zijn laatste mijn sloot en al het materieel naar China liet verslepen. Een van de vele onverstandige keuzes onder president Bush.
Chinees protectionisme lijkt op zich geen probleem als die duurzame technologie daar kan worden gekocht. Maar dit soort hightech industrie wordt een van de kurken waarop onze economie moet gaan draaien. Nadat we de textielindustrie al aan China zijn kwijtgeraakt, volgt nu de hightech industrie. Cynisch gezegd: als we zo doorgaan, gaat Nederland terug naar af en wordt het weer een agrarisch land. Degenen die terugverlangen naar de jaren zestig klinkt dat als muziek in de oren, maar wie nadenkt weet dat welvaart en veiligheid hierdoor op de tocht staan. Teruggang in welvaart betekent nog meer sociale en politieke instabiliteit.
De oplossing is innovatie. In Europees verband moet Nederland aandringen op een gezamenlijke strategie om buiten China nieuwe voorraden aan te boren. En nationale kennisinstituten moeten worden gemobiliseerd om alternatieven voor de schaarse aardmetalen te ontwikkelen. Innovatie gaat onze toekomst bepalen en is een nationaal belang geworden. Daarin snij je niet.
Trouw