„De nationale veiligheid is in het geding als vitale belangen van onze samenleving en/of staat zodanig worden bedreigd dat sprake is van (potentiële) maatschappelijke ontwrichting”, stelt de Strategie Nationale Veiligheid, die vorig jaar door kabinet en Kamer werd aanvaard. De strategie is helder over onze vitale belangen. Twee daarvan zijn uiterst actueel. Bij de economische veiligheid gaat het om het ’het ongestoord functioneren van Nederland als een effectieve en efficiënte economie’. De sociale en politieke stabiliteit, het tweede vitale belang, heeft betrekking op ’het ongestoorde voortbestaan van een maatschappelijk klimaat waarin groepen mensen goed met elkaar kunnen samenleven binnen de kaders van de democratische rechtsstaat en gedeelde kernwaarden’.
Voor mij is het glashelder dat de nationalisatie van Fortis en ABN-AMRO omwille van de nationale veiligheid noodzakelijk was.
Ondanks dit ingrijpen wordt de nationale veiligheid nog steeds bedreigd. De oorzaak ligt vooral in Amerika. President Bush kreeg zijn reddingsplan voor de financiële sector van 700 miljard dollar erdoor, maar de wijze waarop duidt op een leiderschapscrisis zonder weerga. Aanvankelijk stemden Amerikaanse volksvertegenwoordigers het plan af omdat zij de kiezer vreesden. Hun herverkiezing zou in het geding komen als zij de indruk wekten de top van de financiële wereld te steunen en de burger in de kou te laten staan. Bij hen ging het persoonlijke korte termijn boven het landsbelang. De Republikeinen kwamen massaal in opstand tegen hun president. Zij negeerden Bush en McCain. Pas nadat de beurzen dramatisch onderuit gingen kwam een meerderheid bij zinnen en werd het plan alsnog aangenomen. Door de leiderschapscrisis worden, net als in Europa, de grote vraagstukken niet meer voortvarend aangepakt. Ook in Amerika blijven door angst voor de uitersten van het electoraat zaken als immigratie, klimaatverandering, energiebeleid, sociale zekerheid en begrotingstekort goeddeels onbesproken.
En net als in veel Europese landen, waaronder ook Nederland, blijken de grootste klagers het minst maatschappelijk betrokken. Volgens het onderzoeksbureau Motivaction bestaat een derde van de bevolking uit ’buitenstaanders’ met – in mijn woorden – een grote bek, maar weinig verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de maatschappij. Zij bedreigen de maatschappelijke en politieke stabiliteit als zij zich verenigen en zich massaal achter populisten opstellen als de financiële crisis omslaat in recessie of depressie.
Door de leiderschapscrisis kan Amerika zijn rol als supermacht niet meer spelen. Die rol was onder Bush al geërodeerd, maar door de recente financiële crisis is dit dramatisch verergerd. De gevolgen zijn voorspelbaar: in de overgangsfase naar een nieuwe president kunnen mondiale vraagstukken, inclusief de financiële crisis niet goed worden aangepakt. Het is zelfs de vraag of Obama of McCain die leidende rol volgend jaar kunnen herstellen. Sommige landen zullen de gelegenheid te baat nemen. Noord-Korea en Iran zullen zich niets meer van de Amerikanen aantrekken en hun atoomprogramma’s doorzetten. Rusland kan zich steeds meer als een imperiale macht gaan gedragen. Anti-Amerikaanse landen als Venezuela zullen proberen Amerika grondstoffen en energie te onthouden. En in een wereld zonder chief whip zijn internationale verdragen moeilijker na te leven of te sluiten, en worden internationale instituties als de VN krachtelozer.
De conclusie is somber. De toenemende internationale chaos werkt economische ontwrichting in de hand. Daardoor wordt de groep ’buitenstaanders’ groter en krijgt deze meer invloed op de politieke besluitvorming. Dat deze kettingreactie onze nationale veiligheid bedreigt is duidelijk.
Trouw