Het vervelende van een opgeheven vingertje is dat je zelf het goede voorbeeld moet geven. Dat wil helaas steeds minder goed lukken. Op hoge toon werden de ‘feestvierende’ Grieken gedwongen zich aan Brusselse begrotingsafspraken te houden. Maar nu Nederland dat zelf niet kan, roept een steeds groter wordende groep dat Nederland kapot wordt bezuinigd door een dictaat uit Brussel. Dictaat? Nederland heeft hard gevochten om dat ‘dictaat’ in Europa aanvaard te krijgen. En als Griekenland zich aan de afspraken moet houden, moeten wij dat ook.
En nu ligt er dan een rapport van de Raad van Europa waarin de Nederlandse politiek, de media en de rechterlijke macht worden gekapitteld. Het rapport ageert tegen toenemende Nederlandse discriminatie en roept op afstand te nemen van racistische en xenofobe uitlatingen. Want dat draagt bij aan vooroordelen en bedreigt de maatschappelijke en politieke instabiliteit.
Moslims en Oost Europeanen worden inderdaad door te veel Nederlanders gediscrimineerd. Maar de commentaren op het rapport, vooral op radio en tv, waren redelijk gelijkluidend: niemand moet zich bemoeien met onze interne aangelegenheden; we zijn hier niet racistisch en intolerant; ‘Brussel’ heeft het mis; ‘opheffen die club’ riep Wilders.
Brussel? Veel politici en commentatoren wisten kennelijk niet eens dat de Raad van Europa niets met de Europese Unie van doen heeft en al helemaal niet in Brussel is gevestigd.
In plaats van een discussie over de conclusies van het rapport, schoot Nederland dus in een kramp. Dat zegt meer over Nederland dan over dat rapport. “We worden in dat rapport weggezet als anti-moslimpartij”, riep Martin Bosma verontwaardigd op Radio 1. Ik constateer dat de PVV de afgelopen jaren erg zijn best heeft gedaan dat beeld te scheppen.
Uit de commentaren bleek dat het niet beviel om een spiegel voorgehouden te krijgen. Voor Nederland is dat rapport extra pijnlijk omdat wij onszelf kampioen mensenrechten wanen en er niet voor terugdeinzen anderen de maat te nemen. Dat hebben we de laatste tijd vooral met Rusland gedaan. De oorsprong van het conflict met Rusland zijn vooral onze protesten tegen hun discriminatie van homo’s.
Opmerkelijk is dat Nederland en Rusland precies hetzelfde reageren als anderen hen van discriminatie beschuldigen: het is een interne aangelegenheid; bemoei je er dus niet mee.
Bovendien schatte Nederland Rusland verkeerd in. Dat land kampt met een vernederingscomplex. Het Sovjetrijk stortte in; bondgenoten liepen over naar de Navo; de Duitse eenwording werd hen door de strot geduwd; en Moskou moest accepteren dat Kosovo, Irak, Afghanistan en Libië werden aangevallen. Poetin moet als autocraat krachtig overkomen. Dus compenseert Rusland vernedering met retoriek.
Van zo’n land verwacht je geen mededogen met protesterende Nederlanders en Greenpeace-activisten. Als dit conflict escaleert, zal Poetin omwille van zijn binnenlandse geloofwaardigheid een handelsboycot afkondigen. Het klinkt cynisch, maar de afkeurenswaardige mishandeling van de Nederlandse diplomaat is de opmaat naar een oplossing. Want Nederland en Rusland zijn met diplomaten nu beide in de fout gegaan. Afkoelen en opnieuw beginnen is het beste wat Den Haag en Moskou kunnen doen.