Hoe gemarginaliseerd Nederland binnen de NAVO is, bleek afgelopen weekeinde tijdens de Navo-top in Lissabon. Premier Rutte sprak tussen Kazachstan en Mongolië en kreeg géén onderhoud met president Obama. Voor geoefende Navo-watchers zijn dat belangrijke signalen. Toch toonde Rutte zich niet bezorgd over het aanzien van Nederland in de Navo. Nederland heeft een bijdrage geleverd ’ver overstijgend wat je kunt verwachten van een land met de omvang van onze bevolking’, zei hij.
In werkelijkheid scoorde Nederland gemiddeld, afgemeten aan de hoogte van het bruto binnenlands product en de omvang van de krijgsmacht. Maar omdat Nederland zich nu als enige uit Afghanistan heeft teruggetrokken, is ons land de risee van de Navo geworden. Gehoopt werd dat Nederland tijdens de top, net als Canada, een nieuwe missie zou aankondigen. Dat lukte helaas niet, door de politieke verdeeldheid in Den Haag.
’Voor wat, hoort wat’, is in de internationale diplomatie een cruciaal uitgangspunt. Een land dat niet levert, kan weinig van anderen verwachten. Wat dat betreft, is het interessant om naar het nieuwe strategische concept te kijken dat de Navo-top aannam (de vorige strategie stamt uit 1999). In de strategie wordt vastgelegd hoe de Navo tegen de dreigingen in de wereld aankijkt en welke rol het bondgenootschap voor zichzelf ziet weggelegd. In de nieuwe Navo-strategie is de traditionele bedreiging van ons grondgebied uit beeld. Iemand als de Russische president Medvedev werd op de top hartelijk begroet, terwijl voorheen de vijand Rusland het bestaansrecht van de Navo vormde.
De nieuwe dreigingen hebben te maken met de globalisering, en met de zorgwekkende relatie tussen ’falende’ staten, klimaatverandering, criminaliteit en terrorisme. Het conflict in Darfur is daarvan een voorbeeld, of de chaos in Somalië. Daarnaast noemt de Navo als dreigingen: cyberaanvallen, de zorg om de ongestoorde toevoer van energie en de verspreiding van massavernietigingswapens en raketten.
De Navo richt zich terecht minder op de bedreiging van ons grondgebied, en meer op het voorkomen van ontwrichting van onze welvaart, dus maatschappelijke stabiliteit. Alleen de wens om Europa vanwege de Iraanse dreiging van een raketverdediging te voorzien, is een restant klassieke dreiging. De strategie gaat ervan uit dat de Navo-lidstaten er alle belang bij hebben dat er een ongestoorde aanvoer is van grondstoffen en energie, dat ze beschermd zijn tegen cyberaanvallen, dat ze vluchtelingenstromen tegengaan en dat ze handelsroutes beschermen.
Het lijkt alsof deze inzichten aan Nederland voorbijgaan. Door ruim een miljard op defensie te bezuinigen, is het zonneklaar dat Nederland zijn krijgsmacht afbreekt en daarmee een pijler onder onze welvaart en de stabiliteit doet verbrokkelen. Verbijsterend is dat het politieke debat ondertussen blijft hangen in het beoefenen van politieke hobby’s. Een fundamenteel debat over de vraag hoe Defensie een bijdrage aan de bescherming van Nederlandse belangen kan leveren, blijft uit. Een debat over welke internationale samenwerking dit vereist, heb ik nog niet gehoord.
Een natie die niet in staat is om over dit soort fundamentele vragen te discussiëren, eindigt onverbiddelijk onderaan –ergens tussen het land van Borat en de eindeloze Mongoolse woestijn.
Trouw