Dat Nederland naar binnen gericht raakt is een feit. Maar wat de relatie tussen dit feit, economische groei en veiligheid is, is minder duidelijk. Zo stelde PVV-kamerlid De Roon deze week de terechte vraag of het uitmaakt of Nederland wel of niet deelneemt aan militaire missies.
Die vraag gaat feitelijk over de internationale oriëntatie van Nederland. Wat die internationale oriëntatie met een land doet, toont China aan. Het verval zette rond 1500 in toen de keizer overzeese handel en de bouw van oceaanwaardige zeeschepen verbood. Pas toen tegen het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw door Deng Xiaoping de luiken werden geopend, kon China groeien en zijn invloed in de wereld vergroten. In 2009 werden voor het eerst sinds eeuwen Chinese oorlogsschepen buiten de kustwateren ingezet toen China ging deelnemen aan de Somalische antipiraterijmissie. Inmiddels is China volop betrokken bij de vredesmissie in Mali. China toont aan dat internationale oriëntatie, economische groei en veiligheid hand in hand gaan.
Letland
Het Chinese voorbeeld wordt ondersteund door een veelheid aan onderzoek dat aantoont dat er een directe relatie is tussen de mate waarin een land onderdeel is van het proces van mondialisering en economische groei. Toen China de deuren opende, schoot het land omhoog op de Kof-index die de geïntegreerdheid van een land in de wereld meet. Voor China leverde meer integratie 2,33 procent extra jaarlijkse groei op. Maar achterblijven kostte Letland bijna twee procent groei.
Internationale afzijdigheid kost dus groei. Zeker als een land dat zich minder op het buitenland oriënteert in de ogen van andere landen een free rider wordt. Zo’n land laten andere landen links liggen en het zakt uiteindelijk weg in onbeduidendheid. Nederland is op defensiegebied inmiddels een free rider. De krijgsmacht heeft nog slechts een derde van de capaciteiten van vijftien jaar geleden en kan geen leidende militaire rol meer als framework nation spelen. Vanaf 2011 valt Nederland qua inzet van de krijgsmacht in de categorie Cyprus, Malta, Estland, Litouwen, Luxemburg en Finland. Buitenlandse zaken sluit ambassades en het aantal hoge posities in internationale organisaties neemt af.
Geen gedeelde visie
Aan deze erosie valt geen exact economisch prijskaartje te hangen. En dat is precies wat boekhoudende politici verlangen. De kern van het probleem is dat gebrekkige internationale oriëntatie duidt op stagnatie en een gebrek aan maatschappelijk aanpassingsvermogen, terwijl volgens de Boston Consultancy Group in een recent rapport over het nieuwe verdienmodel van Nederland dat juist de bron is van de nieuwe welvaart.
De verklaring van de snelle erosie is het ontbreken van een gedeelde politieke visie op landsbelang; de basis van staatsmanschap. Burgers zien politici als belangenbehartigers, niet als hoeders van het landsbelang. Politici gaan daarin mee. Zo verwordt de regering tot herverdeler van bestaande welvaart, die geen toekomstige groei en veiligheid kan scheppen.
Het wordt daarom tijd voor zelfreflectie. Ik wil een visie van de premier op wat Nederland wil zijn en hoe het zich aan de snel veranderende wereld gaat aanpassen. Zonder dat blijven we aanmodderen, is er van richting en synergie geen sprake en gaan onbezonnen bezuinigingen door.