De kredietcrisis wordt aanleiding tot dramatische veranderingen in de wereld. Morgen komt in Washington de G20 bijeen, een club van rijke, geïndustrialiseerde landen en zich ontwikkelende economieën.
Het lijkt een voorproefje voor een nieuwe wereldorde. Ook Balkenende zal er bij zijn, maar iedereen let vooral op de Chinese president Hu Jintao. Hij zal aankondigen alles in het werk te stellen de wereldeconomie te stabiliseren en te versterken. Daarin past de aankondiging om tot 2010 ongeveer 500 miljard euro in de Chinese economie te pompen.
Investeringen in infrastructuur en sociale voorzieningen moeten allereerst voorkomen dat de economische groei te zeer terugvalt, nog meer fabrieken moeten sluiten en meer maatschappelijke onrust ontstaat. De snelheid waarmee de Chinezen hiertoe besloten is niet verbazingwekkend. Het is al jaren bekend dat jaarlijks rond de 8 procent groei nodig is om voldoende nieuwe banen te kunnen scheppen en het Chinese welvaartspeil te verhogen. Lagere groei kan in China tot revolutie en de val van het communistische bewind leiden. Jaarlijks vinden naar schatting tachtig tot honderdduizend maatschappelijke incidenten plaats. Boeren en achtergestelde arbeiders die het groeiende gat tussen arm en rijk en de wijdverbreide corruptie niet pikken gaan de straat op. Als deze groep perspectief op welvaart wordt ontnomen, is het snel gedaan met de steun voor de keizers in Beijing.
De centrale positie voor Hu Jintao morgen in Washington duidt erop dat de G8, de groep van rijkste industrielanden plus Rusland, niet in staat is de wereldeconomie te stabiliseren omdat belangrijke spelers als China er geen lid van zijn. Geen wonder dat Frankrijk reeds voorstelde om de G8 uit te breiden met opkomende machten. Maar de G20 kan een beter alternatief zijn omdat naast Amerika, de Europese Unie, een aantal Europese landen, belangrijke opkomende, kapitaalkrachtige landen als China en Brazilië en regionale grootmachten als Zuid-Afrika er lid van zijn. Meer dan een vergrote G8 lijkt de G20 een afspiegeling van de nieuwe economische en politieke krachtverhoudingen in de wereld. Belangrijk is ook dat het in tegenstelling tot de G8 geen exclusief westerse club is.
Landen met grote kapitaalreserves als Brazilië, China, en Rusland zullen uit eigenbelang een bijdrage aan de versterking van de wereldeconomie willen leveren. Een ineenstortende westerse markt is slecht voor hun economie. Maar steun aan het westen kan vertaald worden in een politieke invloed waar de machthebbers in Sao Paulo, Beijing en Moskou nooit van hebben durven dromen. Premier Poetin gaf in augustus aan dat Russisch lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) geen nationaal belang dient. Maar dat wordt anders als Rusland grote zeggenschap in deze organisatie krijgt. China heeft reeds gezinspeeld op een belangrijker rol in de WTO.
Te vaak wordt vergeten dat de hele wereldordening een Westers bouwsel is. Het internationale recht, instituties als VN, WTO en OESO en de meeste internationale verdragen zijn westerse initiatieven die in de ogen van niet-westerse landen niet altijd hun belangen dienen.
De financiële crisis biedt voor deze landen een gouden mogelijkheid de wereldordening op een nieuwe leest te schoeien. En dat gaat per definitie ten koste van ons, westerse landen. Dat levert nieuwe spanningen in de betrekkingen tussen landen op. Maar nieuwe afhankelijkheden kunnen ook stabiliserend werken. In mijn kring wordt gefilosofeerd over een nieuw concept van een interpolaire wereldorde. Dat is een orde van meerdere machtige landen die economisch en financieel tot elkaar veroordeeld zijn en daarom naar stabiele betrekkingen streven. De komende G20 top zou wel eens de voorbode kunnen zijn van die nieuwe interpolaire wereld.
Trouw
Photo credit: @chris via Foter.com / CC BY-NC-ND