Nelson Mandela gaat de geschiedenis in als verzoener en wordt in één adem genoemd met Martin Luther King en Gandhi. Mensen met een groot gezag die stonden voor een zaak, hun doelstellingen vreedzaam wilden bereiken, bruggen wilden slaan en hun vijanden konden vergeven. Gezien de reacties op het overlijden van Mandela leven we gelukkig nog steeds in een wereld waarin wijze, verzoeningsgezinde leiders in hoger aanzien staan dan populisten die groepen uitsluiten. En toch lijkt dat laatste steeds meer de norm.
Deze gedachten kwamen bij mij op toen in Nederland de discussie over racisme even luwde en werd vervangen door een nieuw verhit debat over de immigratie van Oost-Europeanen. Wat het racismedebat betreft viel het mij op dat het wel ging over Gordon en Zwarte Piet, maar niet over het gedegen rapport van de Raad van Europa waarin Nederland beticht werd van racisme en intolerantie.
Dat rapport lijkt inmiddels onder de tafel te zijn weggemoffeld. Ik weet niet of de Raad van Europa ons uiteindelijk ook berispt over onze opvattingen over arbeidsmigratie, maar zeker is dat we deze week in eigen land op dit punt geen Mandelamomentje beleefden.
‘De Roemenen en Bulgaren’ komen, meldde de NOS. Ik weet nu wat de Romeinen in de vierde eeuw moeten hebben doorgemaakt toen ze de jobstijding kregen dat de Hunnen hun toenmalige Europese Rijk binnenvielen. Die stammen wisten het verzwakte rijk te ontregelen, maar werden uiteindelijk verslagen door de Romeinen, de Franken en de Visigoten. Oprukkende Roemenen en Bulgaren stuiten nu op een even merkwaardige coalitie, namelijk die van PVV, SP, en de minister van sociale zaken Lodewijk Asscher. Het grote verschil met de Hunnen is dat het mij niet helemaal duidelijk is waartegen wij ons moeten verdedigen.
Natuurlijk is het ontoelaatbaar dat mensen in Nederland voor een hongerloon worden uitgebuit, maar de malafide baas kan ook hier worden aangepakt. Ik vrees dat een belangrijke reden an al het migratiegedoe de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven is en het gevaar van verdringing voor de Nederlandse werkenden. Zo bezien gaat het dus om het afschermen van de eigen markt. Protectionisme dus. En daarmee hebben we slechte ervaringen, zeker in een interne markt die floreert door het vrije verkeer van goederen, diensten en werkenden.
Bovendien past Asschers ‘code oranje’ mogelijk in het rijtje van Polen-meldpunt en bijstandstoerisme. Want het is niet zeker dat al die Roemenen en Bulgaren daadwerkelijk in de startblokken staan om naar het rijke Nederland te sprinten. Zeker is dat ‘code oranje’ in het buitenland het beeld van een xenofoob Nederland bevestigt. Zeker is ook dat ze nauwelijks verdringen, omdat ze veelal werk doen waar Nederlanders zich te goed voor vinden. Kennelijk gooien we ook geld over de balk als we tijdelijke arbeidsmigranten weren. Want het SEO Economisch Onderzoek Amsterdam berekende dat elke migrant de schatkist 1800 euro oplevert.
En zo zijn we voor de zoveelste keer verzeild geraakt in een verhit debat over iets dat zou kunnen gebeuren en waarvan de economische consequenties als het gebeurt, feitelijk in ons voordeel zijn.