Met de samenwerking tussen PVV en het Front National is de bevrijding van Europa begonnen. Wat betekent dat? Bevrijding van de gemeenschappelijke markt? Van een stabiliteitspact om begrotingstekorten binnen de perken te houden? Van een bankenunie die de stabiliteit van de financiële sector moet verbeteren? Van een Europees Parlement dat we zelf gekozen hebben? Van de euro? Maar hoe dan? Of van een oncontroleerbare Brusselse moloch die ons leven bepaalt, handenvol geld kost, en spilzieke zuiderlingen en eurofiele noordelingen bevoordeelt. Van dat laatste geloof ik. Het probleem is echter dat die laatste bevrijdingsgedachte niet meer dan populistische kretologie is.
Alleen in Noord-Korea, bij de PVV en het Front National denken ze nog dat landen zich aan de mondialisering kunnen onttrekken. Bovendien bewijst de geschiedenis dat nationalisme en protectionisme crises verlengen en welvaart kosten.
Het geraas van veel eurosceptische politici is vooral een uitdrukking van eigen falen, gebrek aan kennis en de onbedwingbare neiging om een ander de schuld te geven. De EU is een politiek project, dus zijn politici collectief verantwoordelijk voor het falen ervan. Met inbegrip van Wilders als een van de langst zittende Kamerleden.
Een lichtpunt is dat binnen de EU de rust althans voorlopig is teruggekeerd. De zuidelijke landen staan er veel beter voor dan een jaar geleden en de euro lijkt uit de gevarenzone. Resteert klagen over doorgeschoten Brusselse bemoeizucht, zoals geluidsnormen voor grasmaaiers. Maar fabrikanten vinden het heel prettig dat zij één type grasmaaier voor de Europese markt moeten maken en niet 28 verschillende.
Ook meer gematigde politici worstelen met Brussel. Hoe moet je de steun van de bevolking krijgen? Door de eurosceptici naar de mond te praten, is het vrijwel unanieme antwoord. Dus wil de VVD cultuur, volksgezondheid en sport uit Brussel terughalen. Maar op welke wijze worden u en ik in deze sectoren door Brussel getroffen? Ik kan het niet bedenken, of ik lig er niet wakker van. Minister Timmermans lanceerde in Financial Times een Europees Bestuursmanifest dat moet bepalen wat Europa aan de lidstaten moet overlaten. Zijn dat de 54 actiepunten waarmee het kabinet eerder dit jaar kwam?
Ik denk niet dat er een zucht van verlichting door Nederland gaat als de verordeningen inzake de ‘oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening’ en de ‘statistiek intracommunautaire handel’ worden aangepast.
Politici roepen ook vrijwel unaniem dat ze ‘Europa beter moeten uitleggen’. Ik vrees dat dit ook geen zin heeft, want de roep om transparantie en uitleg duidt vooral op gebrek aan vertrouwen in diezelfde politici. Bovendien vallen complexe instituties als de EU vrijwel niet uit te leggen. Sterker, zelfs experts zijn slecht op de hoogte van onderdelen van de Unie. En dat geldt ook voor andere ingewikkelde zaken, zoals klimaatverandering de financiële sector, en zelfs voor de wijze waarop Nederland wordt bestuurd.
Volgens mij wil de burger in de eerste plaats betrouwbare politici die het gevoel geven dat de EU bij hen in goede handen is. Dit eist leiders met gezag en visie die niet uit angst voor de kiezer voortdurend terugkomen op ingenomen standpunten.