Europa beschouwt de levering van gas als een vraagstuk van de markt. Door vraag en aanbod komt de juiste prijs tot stand. Inmiddels weten we dat die prijs steeds meer wordt beïnvloed door de economische opkomst van landen als China en India en regionale instabiliteit. Energie wordt bovendien steeds meer een machtspolitiek vraagstuk. De levering ervan creëert afhankelijkheden die door energieleverende landen kunnen worden aangewend om politieke invloed op de energieverbruikers uit te oefenen. Hoe het mechanisme werkt, bleek begin dit jaar weer eens.
Toen het begin februari 2012 in heel Europa heel koud werd, bleek de gastoevoer uit Rusland geen gelijke tred te kunnen houden met de vraag van de landen van de Europese Unie. Volgens Italië was er een tekort van dertig procent, terwijl ook Duitsland, Oostenrijk, Polen en Slowakije tekorten rapporteerden. Daarop stelde de Europese Unie een noodplan in werking om de huishoudens van voldoende gas te voorzien. Het probleem van de aanvoer kreeg een politieke lading toen de exportdirecteur van het Russische Gazprom stelde dat Oekraïne de schuldige was. Door dat land lopen de leidingen waarin 80 procent van het gas voor Europa wordt vervoerd. Oekraïne zou meer gas aftappen dan waar het recht op heeft.
Om het hele artikel te lezen, ga naar Energiepodium.nl