Gelukkig, het debat tussen politici en burgers wordt weer op gang gebracht. Hoe? Simpel: met een referendum over het Associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Een coalitie van Burgercomité EU van EU-critici als Thierry Baudet, GeenPeil van de actiesite GeenStijl en radicale partijen als PVV en SP zijn er helemaal klaar voor.
Wie de teksten op de verschillende websites leest, krijgt de indruk dat deze actie meer weg heeft van een afrekening met de politici van het midden, dan onvrede met het inclusief bijlagen 2500 pagina’s tellende associatieverdrag. Dat blijkt uit de toon die ze tegen de in hun ogen verderfelijke politiek van het midden uitslaan en uit de wijze waarop ze het Associatieakkoord verwerpen.
Uit dat akkoord worden wat elementen gelicht die vervolgens worden samengevat in vier punten. Het eerste punt ‘er gaat EU-belastinggeld naar Oekraïne’ deed bij mij de vraag rijzen: nou en? Wie niet bereid is geld naar andere landen over te maken, moet onmiddellijk een streep zetten door de ontwikkelingssamenwerking. Of deze: ‘de EU haalt een oorlog met Poetin binnen de invloedssfeer’. Hier capituleert de coalitie voor Rusland en negeert het de democratische wens van de meerderheid van de bevolking om bij het Westen te horen.
En dan deze: ‘De EU wordt nog groter en nog minder controleerbaar via het democratisch proces’. Dat zou gelden als de bevoegdheden van het EU-parlement worden teruggedraaid en Oekraïne lid van de EU wordt. Op dat laatste loopt de coalitie vooruit: het akkoord ‘kan een stap zijn op weg naar lidmaatschap’. Let op het woordje ‘kan’. Want het hoeft niet zo te zijn. En voorlopig gebeurt het ook niet. Stemmingmakerij dus.
Democratische revolutie
Jan Roos stelde vorige week in NRC Handelsblad dat het hier gaat om ‘een democratische revolutie waarin burgers weer zeggenschap krijgen en waarin de politici gedwongen worden te luisteren naar de mensen die hun salaris betalen’.
Hier zit de kneep. Veel burgers, verenigd in het bovengenoemde rijtje partijen en organisaties, hebben het gevoel dat er niet naar hen wordt geluisterd. Dat gevoel heb ik ook voortdurend, maar ik weet ook hoe het in een democratie werkt. Coalitiepolitiek is geven en nemen. De ene keer kan ik mij in een besluit vinden; de andere keer niet. En als ik het er niet mee eens ben, ga ik niet roepen dat een besluit ondemocratisch is, iets wat ik te vaak hoor in de kringen die achter het referendum zitten.
Wantrouw ze
Ik heb de geschiedenis te goed bestudeerd om te weten dat degenen die het woord democratie te pas en te onpas in de mond nemen, moeten worden gewantrouwd. Echte democraten hoeven dat woord niet te gebruiken, net zoals een baas niet ‘maar ik ben de baas’ hoeft te roepen. Het moet gewoon duidelijk zijn.
Mij bekruipt het gevoel dat de referendumwet onder het mom van meer democratie wordt misbruikt voor een ander doel: het in diskrediet brengen van het redelijke politieke midden. Op zich is dat niet vreemd. Als je geen argumenten hebt, is dit de enige manier om aandacht te krijgen.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.