Wie wil weten hoe de Apocalyps voelt moet naar Syrië gaan. Vorige maand zijn er 733 Syriërs gedood. Het vredesproces werd afgebroken. Steden worden uitgehongerd. Iedereen vecht tegen iedereen. Helikopters gooien vaten gevuld met springstof en spijkers op doelwitten. Omdat dat laatste daags na het afbreken van het vredesproces gebeurde was de verontwaardiging groot: zoiets doe je niet.
Zoiets doe je juist wel, blijkt uit de geschiedenis. Want het is bijna een wetmatigheid dat wanneer er zicht is op een vredesakkoord, partijen er extra hard tegenaan gaan om zo veel mogelijk terrein te veroveren. Zo creëren ze een gunstige uitgangspositie voor dat akkoord.
Bij de aanvallen met explosieve vaten op Aleppo werd weer duidelijk dat het overgrote deel van de slachtoffers burgers zijn. Niet raar, want in dit soort conflicten zijn strijders en burgers moeilijk te onderscheiden.
Mogelijk verklaart een naderend vredesakkoord waarom er ook in Libanon zo hard wordt gevochten. De afgelopen tijd worden Libanese sjiieten steeds harder aangepakt door soennitische rebellen. Die verwijten het sjiitische, door Iran gesteunde Hezbollah aan de kant van Assad te vechten.
Verderop, in Irak, vechten regeringstroepen tegen Al-Kaida om hun strijders uit Falluja en deprovinciehoofdstad Ramadi te verdrijven. De situatie in de Iraakse provincie Anbar is zo uit de and gelopen dat volgens de VN 140.000 mensen op de vlucht zijn geslagen.
Zo langzamerhand kom ik tot de conclusie dat de strijd in Syrië en escalatie naar Libanon en Irak an uitdraaien op de grootste bedreiging sinds het einde van de Koude Oorlog in 1989. Nu al is e humanitaire situatie onhoudbaar en is de luchtelingenstroom bijkans onbeheersbaar. De scalatie vormt een regelrechte bedreiging voor de stabiliteit van het olierijke Irak. De zaak kan elemaal uit de hand lopen als een groot conflict tussen soennieten en sjiieten ontstaat, waarbij
Saoedi-Arabië en Iran meer openlijk dan tot u toe betrokken raken.
Voeg hierbij de aanhoudende spanningen in Noord-Afrika, met politiek geweld in Egypte en haos in Libië en Mali. Door de meest democratische en liberale grondwet van Noord-Afrika aan tenemen lijkt Tunesië op de goede weg. Maar schijn bedriegt. Er ontstaan parallelle bstuursstructuren van gematigden en hardcore fundamentalisten en de veiligheidssituatie loopt in de grensgebieden terug. Precies daar vestigen zich de Al-Kaida-achtigen.
De onstuitbare opkomst en verspreiding van Al-Kaida compliceert de situatie en verergert de dreiging voor Europa. Syrië anno 2014 is vergelijkbaar met Afghanistan anno 2001. Er zijn grote trainingskampen, het land wordt door extremisten nu vooral gezien als oefenterrein en zij krijgen van hogerhand de opdracht niet te sneuvelen omdat ze een ‘grotere taak’ hebben. Daarmee wordt de ontregeling van Tjetsjenië, de Golfregio, Noord-Afrika en Europa bedoeld.
Wel zou de leiding van Al-Kaida in Pakistan zich afgelopen maandag hebben gedistantieerd van zijn franchise in Irak en Syrië. De grief is dat die extremisten momenteel vooral vechten tegen andere rebellen. Dit ‘arrogante gedrag’ verzwakt de beweging waardoor een zelfstandige Islamistische staat uit zicht raakt. Vreemd genoeg is dit het enige lichtpuntje in een verder uitzichtloze strijd.