Minister Timmermans heeft een Internationale Veiligheidsstrategie geschreven. Dat was hard nodig. China komt op. De wereld verbrokkelt in meerdere, elkaar beconcurrerende machtscentra.
Staatskapitalisme ondermijnt het vrije marktdenken. Veel landen azen op Afrika’s grondstoffen. Schaarste aan land, water, voedsel en grondstoffen leidt tot politieke instabiliteit. De verspreiding van massavernietigingswapens en rakettechnologie is zorgwekkend. Cyberaanvallen nemen toe. De Arabische Lente blijkt helemaal geen Lente te zijn, maar een serie revoluties waardoor landen langs Europa’s grenzen de afgelopen jaren instabiel zijn geworden. Overal ter wereld daalt het aantal conflicten, maar de instabiliteit in het Midden-Oosten en Noord-Afrika neemt toe. Door de schaliegas- en olierevolutie kan die instabiliteit nog groter worden als regeringen door de verminderde energie-inkomsten sociale onlusten minder goed kunnen afkopen. Wie denkt dat al deze ontwikkelingen geen enkel effect op Nederland en Europa zullen hebben, staat volkomen buiten de realiteit.
Omdat de uitdagingen groot zijn, moet ook de EU meer verantwoordelijkheid nemen, schrijft de minister. Helemaal mee eens. Maar is de EU daartoe collectief in staat? Opkomend populisme, nationalisme en bestuurlijke incompetentie in heel Europa werken economische stagnatie in de hand en verdiepen de politieke crisis. Het is dus de vraag of de noodzakelijke gezamenlijke bescherming van onze strategische belangen wel mogelijk is.
De veiligheidsstrategie definieert overigens drie strategische belangen: de verdediging van ons grondgebied, een goed functionerende internationale rechtsorde en economische veiligheid. De eerste twee zijn oude bekenden, de derde is omarmd door de kabinetten-Rutte. Die omarming is logisch nu opkomende machten als China het grondstoffen- en energievraagstuk kern van hun buitenlandbeleid maken. Dat toekomstige conflicten tussen staten om handelsbelangen en de toegang tot schaarse hulpbronnen kunnen gaan, wordt door de recent gepubliceerde Chinese defensienota bevestigt: de Chinese krijgsmacht is er onder meer voor om de ‘overzeese belangen en de handelsroutes te verdedigen’.
Economische veiligheid slaat ook op de constatering dat criminelen, extremisten en revoluties onze belangen in toenemende mate lijken te schaden. Extremisten zorgen in het hele noorden van Afrika en delen van het Midden-Oosten voor instabiliteit, bevorderen de internationale criminaliteit en bedreigen de grondstoffenwinning en energieproductie. Om deze én machtspolitieke redenen zet China nu volop in op een grote, geloofwaardige bijdrage aan de VN-vredesmissie in Mali.
Nederland levert geen bijdrage aan Mali, ook al is dat in strijd met de Internationale Veiligheidsstrategie. In maart ging het fout toen Nederland te lang aarzelde. En deze week mislukte het weer. De Nederlandse bijdrage kwam weer te laat.
Op de inhoud van die strategie valt weinig af te dingen. Maar Mali roept de vraag op of parlement en regering wel in staat zijn de noodzakelijk actie te nemen om invulling aan de strategie te geven. Nieuwe troepen voor Afghanistan en de komende nota over de toekomst van de krijgsmacht van minister Hennis zijn daarom lakmoesproeven.