Op 26 september vond het eerste Haagse Innovatiedebat plaats met als thema “Grondstoffen en het Topsectorenbeleid”. Het debat richtte zich op de vraag of de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven voldoende anticiperen op de kansen en bedreigingen die gepaard gaan met de internationale ontwikkelingen op het gebied van grondstoffen. Met name werd stil gestaan bij hoe rol van de overheid en publiek-private samenwerking op dit dossier ingevuld zouden moeten worden.
Rem Korteweg en Marjolein de Ridder van HCSS gaven een presentatie ter introductie op het thema, waarop twee co-referenten vanuit het bedrijfsleven een reactie gaven. De bijeenkomst werd bijgewoond door topambtenaren van de Ministeries van EL&I, Buitenlandse Zaken, Infrastructuur en Milieu, en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en de onderzoekswereld. Laurens Jan Brinkhorst zat de bijeenkomst voor.
Er is in Nederland opnieuw aandacht voor de grondstoffenproblematiek als gevolg van internationale ontwikkelingen. Er is sprake van stijgende grondstoffenprijzen, kleiner wordende grondstoffenvoorraden en de toegang tot grondstoffen wordt door geopolitieke ontwikkelingen steeds onzekerder. Deze ontwikkelingen hebben directe gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven en concurrentievermogen. In de reactie van het Nederlandse bedrijfsleven lijkt echter een spanningsveld te bestaan. Enerzijds spelen sommige bedrijven volop in op de kansen die de grondstoffenproblematiek met zich mee brengt. De aandacht voor materiaalefficiëntie en recycling zijn hier voorbeelden van, alsook initiatieven zoals de biobased economy, waarin fossiele grondstoffen worden vervangen door biomassa. Anderzijds heerst er een gebrek aan urgentie in het bedrijfsleven. Dit kan onder andere verklaard worden doordat de Nederlandse high tech sector relatief lage volumes produceert en men denkt door middel van R&D snel op alternatieven te kunnen overschakelen.
Een belangrijke beleidsaanbeveling is dan ook om scherp te krijgen waar de knelpunten zitten en de samenhang tussen de economische, veiligheids-, duurzaamheids- en ethische aspecten niet uit het oog te verliezen. De verbinding tussen het Topsectorenbeleid en het grondstoffenbeleid moet sterker gelegd worden. Het Nederlandse beleid moet meer gericht zijn de geopolitieke ontwikkelingen. We zien dat overheden in landen om ons heen een steeds prominentere rol spelen op het grondstoffendossier, dat voor kort aan de markt werd overgelaten. De protectionistische beleidstendensen van andere landen kunnen schadelijke gevolgen hebben voor de Nederlandse economie. Tegelijkertijd is duidelijk dat de Nederlandse economische situatie – wij zijn voornamelijk een doorvoerland en importeren veelal halffabricaten in plaats van ruwe materialen – niet eenzelfde proactieve overheid behoeft als in andere landen. Nederland heeft belang bij een Europese aanpak en moet met name met Duitsland optrekken op dit onderwerp. De Nederlandse overheid heeft wel een belangrijke rol in het mobiliseren van kritische massa, bestaande uit zowel consumenten als bedrijven, om te zorgen dat de aanwezige kennis en visie op een duurzaam grondstoffengebruik in praktijk wordt omgezet.
Meer informatie >>
Startnotitie >>> zie de PDF