Als Engeland de EU verlaat, komt dat niet door een rationele politieke en economische calculatie, schreef de Amerikaanse wetenschapper Matthias Matthijs een half jaar geleden in Foreign Affairs. Matthijs vond dat de door de Britse premier Cameron aangewakkerde anti-Europahouding is geworteld in slecht geïnformeerd conservatisme en een achterhaald idee over soevereiniteit.
Deze verwijten gelden ook voor het Burgerforum-EU, de PVV en de SP die afgelopen dinsdag hartstochtelijk pleitten voor een referendum over de vermeende sluipende machtsoverdracht aan Brussel. Die moet stoppen en als bevoegdheden toch worden overgedragen, dan moet de bevolking zich er over kunnen uitspreken.
Ik ben het met minister van buitenlands zaken Frans Timmermans eens dat van sluipende overdracht van bevoegdheden geen sprake is. Over alle grote kwesties, van steun aan Griekenland tot de recente bankenunie is in de Kamer uitentreuren gedebatteerd. De minister gaf wel toe dat het chagrijn van de Nederlander er vooral in gelegen was dat EU niet levert wat die belooft.
Tja, is dit niet het probleem van elk democratisch systeem? Niet iedereen herkent zich in de besluiten die door de meerderheid zijn genomen. En je hoeft er de Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau maar op na te slaan om te zien hoe negatief Nederlanders over hun eigen Kabinet denken. Een meerderheid van de Nederlanders (56 procent) vindt dat Kamerleden en ministers niet veel geven om wat ‘mensen zoals ik’ denken.
Dat het kabinet niet levert wat verwacht wordt, blijkt ook uit het feit dat Nederland in Europa een van de hekkensluiters is op het gebied van de economische groei. Dat ligt niet aan Europa, maar aan Nederland zelf. In die achterblijvende groei ligt een belangrijke oorzaak voor de aanhoudende euroscepsis.
Daarnaast speelt een veel fundamenteler punt, namelijk de tweedeling in de maatschappij ten aanzien van mondialisering en integratie. Aan de ene kant staan degenen die accepteren dat Nederland onderdeel is van een snel veranderende wereld en dat welvaart aanpassingsvermogen vereist. Veerkracht, adaptatie en een proactieve houding zijn essentieel om ons land aan de nieuwe tijd aan te passen, schreef de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in ‘Naar een lerende economie’. Dit vereist ook een duidelijke visie over hoe je door middel van een constructieve politiek het maximale voor je land uit de EU sleept.
Aan de andere kant staan degenen die zich het slachtoffer voelen van de mondialisering en integratie. Zij voelen zich ongemakkelijk met de snelle veranderingen. Hen bekruipt een gevoel van onveiligheid omdat zij de grip op het bestaan verliezen. Zij verlangen terug naar een overzichtelijke wereld, wijzen op de soevereiniteit van het land en vechten daarom voor het behoud van de natiestaat.
Nu de mondialisering door de ontwikkeling van de rest van de wereld en de verslechterde positie van het Westen in een hogere versnelling is gekomen, zal deze kloof alleen maar groter worden.
Eurosceptici plaatsen zich buiten de realiteit van de snel veranderende wereld; voorstanders van Europa zijn door hun visieloosheid niet in staat perspectief te bieden en de burger de nieuwe tijd in te loodsen. Beiden schaden Nederland.