Het Associatieverdrag met Oekraïne is ongeacht de uitkomst van het referendum reeds operationeel.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit van Leiden en Arend Jan Boekestijn is docent internationale relaties aan de Universiteit van Utrecht.
Op basis van halve waarheden en oneigenlijke argumenten hebben ruim 400 duizend burgers zich laten overtuigen dat er een referendum moet worden georganiseerd over het Associatieakkoord van de EU met Oekraïne. Inmiddels heeft een van de initiatiefnemers van GeenPeil, Jan Roos, erkend dat het Associatieakkoord tussen de EU en Oekraïne misschien niet het mooiste onderwerp voor een referendum is. Dat is het understatement van het jaar. Bij Sven Kockelmann bleek dat Roos het verdrag nauwelijks had gelezen. Geen wonder dat de misverstanden over elkaar heen buitelen:
1. Oekraïne zal lid worden van de EU
GeenPeil heeft een onthutsend gebrek aan inzicht in verdragen. Enerzijds zijn er de duizenden pagina’s juridisch bindende teksten van het vrijhandelsverdrag die voor beide partijen geld moeten opleveren. Daar kun je moeilijk tegen zijn. Anderzijds is er een politiek deel van enkele tientallen pagina’s dat een combinatie is van politieke voornemens en verplichtingen zoals het ter sprake brengen van anticorruptiemaatregelen, de democratische rechtsorde en alle andere zaken die Nederland altijd belangrijk vond. In dit deel zijn ook artikelen te vinden over harmonisering van de Oekraïense wetgeving aan het EU-acquis.
Al die bepalingen leggen de initiatiefnemers uit als bewijs dat Oekraïne op de drempel van het EU-lidmaatschap staat. Maar deze bepalingen zijn noodzakelijk om überhaupt handel te kunnen voeren en om politieke hervormingen te kunnen afdwingen. En ja, Oekraïne wordt daardoor dichter bij de EU getrokken. Net als Noorwegen en Zwitserland. Maar in tegenstelling tot de EU-leden hebben ze in Brussel nauwelijks iets te zeggen. Dat hoeft ook niet, want het gaat om handelsprofijt.
Een Oekraïens lidmaatschap van de EU vereist niet alleen een apart verdrag maar ook unanimiteit in de Europese Raad. Die unanimiteit is niet voorhanden. Als er een referendum over toetreding zou worden gehouden, zouden ook wij onder de huidige omstandigheden tegenstemmen. Een referendum is echter niet nodig want de kans dat Oekraïne lid kan worden is buitengewoon klein.
2. Wij worden een oorlog met Rusland ingerommeld
De initiatiefnemers verwijzen triomfantelijk naar de bepalingen inzake militaire samenwerking. Die samenwerking slaat echter op deelname aan vredesmissies, bijvoorbeeld de missie die de EU nu uitvoert in Mali. Wij geloven niet dat de wereld vergaat als Oekraïne ooit deel zal nemen aan een EU-vredesmissie.
Men is ook bevreesd voor de reactie van Poetin. Inderdaad is Poetin niet blij. Maar wij ook niet met hem. Laten we niet vergeten dat het de pro-Russische president Janoekovitsj was die het verdrag uitonderhandelde om er vervolgens de stekker uit te trekken. Daardoor ontstond een opstand en een burgeroorlog. Met dit referendum ontpoppen Roos en Baudet zich als onvervalste Chamberlains. Macht vereist tegenmacht. Moeten we nu werkelijk Poetin gaan helpen om het akkoord om zeep te brengen?
3. Door dit akkoord zullen er miljarden belastinggeld naar Oekraïne gaan
Die miljarden gaan nu al naar Oekraïne via het IMF, maar dat staat los van dit verdrag. Dit verdrag moet juist geld opleveren omdat het de handel met Oekraïne bevordert. Nederlandse exporteurs en transporteurs zijn niet blij met de actie van GeenPeil. Eerst werden ze getroffen door de sancties tegen Rusland en nu mogen ze van GeenPeil hun verlies niet met handel met Oekraïne compenseren.
Het kwalijkste van de initiatiefnemers is dat zij niet zeggen wat de gevolgen van een ‘nee’ zijn. Natuurlijk is het een raadgevend referendum. De regering kan de uitslag naast zich neer leggen. Wij raden de regering aan dat bij de start van de campagne te doen. Ons belangrijkste argument is dat het verdrag, geheel conform de geldende wet- en regelgeving en democratische besluitvorming, voorlopig al in werking is getreden. Daarmee is ongeacht de uitkomst van het referendum het verdrag reeds operationeel.
Bovendien is de handelscomponent van verdragen al decennialang een competentie van Brussel.
Wel had Nederland in Brussel invloed op de totstandkoming van het verdrag. Na een Nederlands ‘nee’ is er unanimiteit in de Europese Raad nodig om de voorlopige toepassing van het verdrag op te schorten. Een dergelijk besluit is niet waarschijnlijk. Bovendien kan de voorlopige toepassing eeuwig worden gerekt.
Natuurlijk is er een politieke truc te bedenken om te heronderhandelen. Maar dan is de vraag: waarover? Het referendum gaat niet over het verdrag, maar over de wet die het verdrag ratificeert. Daardoor blijft de inhoud van het verdrag buiten beschouwing en blijkt uit de stembusgang niet waar de grieven zitten. Of bepaalt GeenPeil die? Dat lijkt ons niet democratisch.
GeenPeil had van deze juridische achtergrond en de verdere inhoud van het verdrag kennelijk geen notie toen ze aan hun avontuur begonnen. En als ze dat wel hadden, dan hebben ze ruim 400 duizend burgers op basis van oneigenlijke argumenten over de streep getrokken. GeenPeil zal overigens elke uitslag in zijn voordeel ombuigen. Een ‘ja’ ‘versterkt de democratie’; een ‘nee’ is een overwinning; en een ‘nee’ zonder gevolgen is een ‘zie je wel’. Met rattenvangers van Hamelen is het kwaad kersen eten.
Ons stemadvies? Gewoon niet gaan stemmen. Waarom niet? Omdat wij ons niet voor het karretje willen laten spannen van een club die geen idee van verdragen heeft en het woord ‘EU’ in een wettekst aangrijpt om een ruim 40 miljoen euro’s kostend rancunereferendum te organiseren.
Dit opinieartikel verscheen in De Volkskrant.
Rob de Wijk en Arend Jan Boekestijn zijn vanaf 9 januari elke zaterdag om 12 uur te horen op BNR Nieuwsradio met het programma Boekestijn vs. De Wijk, een programma over Europa in de Wereld.
Photo credit: Anosmia / Foter.com / CC BY