Vijf weken zomerstop en de wereld ziet er anders uit. Oekraïne en het Midden-Oosten staan in brand, met Rusland wordt een sanctieoorlog uitgevochten, vanuit het noorden van Afrika komt een nimmer aflatende stroom van vluchtelingen en in het westen van Afrika dreigt een ebola-epidemie die ook uropa kan treffen.
Zoveel onheil rond Europa hebben we niet eerder gezien. Kijk eens op de kaart: in de gehele grensregio van Europa is alleen sprake van redelijke stabiliteit in Wit-Rusland, Marokko en Algerije. Voor de rest herstellen landen zich van de Arabische opstanden, of zijn ze verwikkeld in crisis, burgeroorlogen of oorlogen met de buren. “Wie denkt dat de wereld veiliger is geworden, moet zich laten nakijken”, zeg ik Jaap de Hoop Scheffer na.
De grote vraag is: wat nu? Politici, journalisten en commentatoren bijten hun tanden hierop stuk. Dat er een schok door Europa gaat is inmiddels wel duidelijk. Duitsland wordt vanwege de innige banden met Rusland gedwongen tot leiderschap. Voor het eerst lijkt Duitsland zelfs zijn pacifisme een beetje te laten varen. Minister Sigmar Gabriel, de leider van de SPD en vice-bondskanselier hintte op de mogelijkheid om de Koerden te bewapenen.
En in Nederland lijkt er zowaar geld bij defensie bij te komen. Maar honderd miljoen is een druppel op de gloeiende plaat waardoor iets minder hoeft te worden bezuinigd. Een serieuzere reparatie zou minimaal een miljard euro vergen.
De afgelopen weken bleek vooral dat Europese politieke leiders amateurs in machtspolitiek zijn. Dat valt ze niet echt aan te rekenen. Niemand heeft er ervaring mee. Het westerse sanctiebeleid heeft daarom niets opgeleverd: Rusland houdt troepen langs de Oekraïense grens, blijft de rebellen steunen, de Krim blijft Russisch en het rampgebied van de MH17 blijft goeddeels onbereikbaar. Wel slaat Rusland terug met boycots van westerse producten.
De historische les van sancties is dat die de toekomstige strategische keuzes van de tegenstander moeten beïnvloeden. Sancties als straf of sancties gericht op het terugdraaien van besluiten, zoals het teruggeven van de Krim, blijken historisch gezien niet of nauwelijks te werken. En dat is precies wat deze sancties beogen. Sancties die zo worden toegepast zullen de tegenstander alleen maar doen verharden in zijn standpunten en hem kunnen dwingen tot escalatie.
Kortom, door de sancties wordt de kans groter dat Poetin uiteindelijk voor de militaire optie kiest. De oplossing is een vredesconferentie, maar ook dan is het onwaarschijnlijk dat Poetin de Krim opgeeft. En als Europa dat toestaat, lijkt die conferentie erg op München 1938 waar de grootmachten Hitler toestonden Sudetenland te behouden, in de hoop dat hij zich vervolgens koest zou houden. Ook bij Poetin is dat laatste onwaarschijnlijk.
Er zijn meer historische parallellen. Politieke leiders gedragen zich als aan het begin van de Koude Oorlog. Ook toen wisten ze niet hoe om te gaan met Rusland. Dat droeg bij aan de grote crises van die tijd, van de Berlijnse Blokkade (1948-49) tot de Cubacrisis (1962). Daarna wisten Oost en West wat ze aan elkaar hadden. Hopelijk hoeven we deze leercurve niet nogmaals te doorlopen.