Het eerste wat mij opviel na drie maanden lockdown in Frankrijk was dat de Nederlandse snelheidsverlaging naar honderd kilometer per uur een vrijblijvende adviessnelheid leek te zijn. Dit paste bij de ogenschijnlijke ontspannen wijze waarop Nederland zijn ‘intelligente’ lockdown was ingegaan.
Vanaf het moment dat president Macron zijn oorlog tegen het virus aankondigde, was het in Frankrijk menens. De confinement transformeerde Frankrijk tot politiestaat. Macron perste met zijn oorlogsverklaring het volk in een mal.
Voor elke verplaatsing vulde je een formulier in. Al snel werd gemopperd dat de gendarmerie willekeurig te werk ging. Dat bleek bijvoorbeeld uit een website waar iedereen zijn klachten kwijt kon. Alleen stokbrood halen werd gezien als uitje. Dat leverde een boete van 135 euro op. Bij recidive dreigde de gevangenis. Dus deden mensen overbodige boodschappen of smeerden die uit over verschillende dagen. Dit soort voorbeelden waren er te over. De angst zat er goed in.
Discussies ga je met de Franse wetshandhavers niet aan
Nergens stond dat alleen stokbrood halen verboden was. Het probleem was dat de gendarmerie de regels naar eigen inzicht kon interpreteren. Die regels stonden op het formulier dat je bij je had, werden op een officiële website toegelicht en waren op zich duidelijk. Maar de gendarmerie speelde eigen rechter en kwam ermee weg. Want discussies ga je met die Franse wetshandhavers niet aan. En de rechters gaven ze vaak gelijk.
Dit gedrag deed me sterk denken aan dictaturen waarvan we er in de wereld al te veel hebben. De verklaring is simpel: waar ome agent in Nederland de burger moet beschermen, beschermt de gendarmerie de staat.
Onze Franse buren, die Parijs toch al haten, oordeelden smalend over de confinement, maar hielden zich wel aan regels. Winkeliers en campingbazen gooiden de boel zonder morren op slot en inden de toelage van de overheid. De eigen verantwoordelijk werd collectief afgezworen en er ontstond een houding van ‘we horen het wel’. Het resultaat? De economie is harder geraakt dan in landen, zoals Nederland, die voor een zachtere aanpak kozen.
Het contrast met Nederland was wel erg groot
Op een gegeven ogenblik riep ik vertwijfeld uit dat als er ook maar een spoor van dit soort repressief gedrag in permanente wetgeving zou worden verankerd, ik mijn huis zou verkopen en nooit meer terug zou komen. Het contrast met Nederland, waar Rutte benadrukte dat we samen deze crisis moeten oplossen, was wel erg groot.
Wat uiteindelijk telt, zijn de resultaten. Volgens de Johns Hopkins Universiteit, die de actuele cijfers bijhoudt, vielen in Frankrijk 453 doden per miljoen inwoners. Dat was in vergelijking met Italië (569), Spanje (580) en zeker het politiek disfunctionele Verenigd Koninkrijk (618) en België (834) niet slecht. Desondanks kelderde Macrons populariteitsscore.
Net als zijn Russische collega Poetin was hij redelijk onzichtbaar en liet hij het vuile werk over aan derden. In dit geval zijn premier. Dit droeg bij aan het beeld dat Macron in de ogen van de Fransen het contact met het volk had verloren. De repressie deed de rest.
Nederland scoorde met zijn intelligente lockdown beter (354) dan Frankrijk; vergelijkbaar met Amerika (360), maar slechter dan Duitsland (106). Zo intelligent was die lockdown dus ook weer niet. Maar de relaxte aanpak was wel heel Nederlands. Net zoals de repressieve aanpak heel Frans was.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.