Stopzetten van de gaswinning in Groningen in 2022 en halvering van de veestapel. Twee voorstellen met ingrijpende consequenties voor de overheidsfinanciën en de buitenlandpolitiek. Ze lossen een maatschappelijk probleem op. De Groningers worden verlost van aardbevingen en van de verminderde uitstoot van stikstof worden planten, bomen, insecten en vogels blij, schrijft Rob de Wijk in zijn column voor Trouw.
Maar voorstellen als deze scheppen ook problemen waar we het liever niet over willen hebben. Het terugbrengen van de gasproductie naar 12 miljard kubieke meter kost de schatkist alleen al volgend jaar 400 miljoen euro. Met het helemaal dichtdraaien van de Groningse kraan komen daar miljarden bij. Geen probleem zeggen de voorstanders, want het geld klotst tegen de plinten. Maar als ik economen moet geloven, dan kan in 2022 een nieuwe recessie een feit zijn. Dan zijn die miljarden ineens heel veel geld en moet worden bezuinigd, bijvoorbeeld op uitkeringen.
De kosten lopen verder op als D66-Kamerlid Tjeerd de Groot zijn zin krijgt. Hij stelt dat 70 procent van de Nederlandse stikstofuitstoot afkomstig is van de intensieve veehouderij. De bijdrage van die bedrijfstak is slechts 1 procent van onze economie. Daar mag van hem dus het mes in.
Bij deze voorstellen lijkt het om kleine bedragen te gaan, maar opgeteld hakken ze er flink in. En ik hoor niets over de vraag waar we ons geld dan mee gaan verdienen. Het kabinet worstelt kennelijk ook met die vraag en schijnt zich druk te maken over het toekomstige verdienvermogen van Nederland.
Nederland kan het Chinese varkensvleestekort aanvullen
En dan de buitenlandse politiek. Waar moet dat gas na 2022 vandaan komen? Om te beginnen uit velden buiten Groningen en uit Noorwegen. Maar het wordt onvermijdelijk dat ook gas uit Rusland wordt gehaald. Dat zal geschieden met de nieuwe Nord Stream 2 pijpleiding. Maar President Trump dreigde afgelopen juni nog met sancties als Duitsland van die pijpleiding gebruik maakt. Want Trump is niet van plan mee te betalen aan de verdediging tegen Rusland, als Duitsland zich afhankelijk maakt van Russisch gas en tevens te weinig aan defensie besteedt. Hij heeft een punt. Wat voor Duitsland geldt, geldt straks ook voor Nederland.
Wat veeteelt betreft ligt de zaak iets ingewikkelder. Nederland beschikt net als de meeste andere Europese landen over weinig drukmiddelen tegen China. In dat land woont 20 procent van de wereldbevolking, maar het beschikt over slechts 9 procent van de landbouwgronden, terwijl de Europese Unie overleg voert over het braak laten liggen van Europese arealen. Tegelijkertijd verontrust de Chinese leiders niets zo erg als het vooruitzicht dat al die monden niet gevoed kunnen worden. Nederland kan het Chinese varkensvleestekort aanvullen, meer melkpoeder en meer veredelde zaden leveren. Waarom creëren we met die exporten geen strategische afhankelijkheid van China met Europa?
En waarom neemt Nederland daarbij niet het voortouw in de EU, hield ik deze week de Tweede Kamer voor. Doen we dat niet dan missen we een unieke kans om echte invloed op China te krijgen.
De genoemde maatregelen lossen problemen op, maar creëren nieuwe die onbesproken blijven. Die moeten ook hoog op de agenda komen nu Nederland in een steeds woeliger wereld overeind moet blijven.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.