Rijen artsen uit Cuba, beademingsapparatuur uit China en militaire konvooien met ongevraagde hulp uit Rusland. Italië en een aantal andere landen in de EU nemen het dankbaar in ontvangst. Maar de hulp van de landen brengt ook een politieke boodschap mee. Buitenlanddeskundige Han ten Broeke (HCSS) vertelt in EenVandaag waarom China, Cuba en Rusland ons nu zo graag te hulp schieten.
Hoewel de Italianen echt hulp nodig hebben, is het niet alleen uit medelijden dat de Chinezen en de Russen zo enthousiast willen helpen. “Dit virus tast niet alleen ons immuunsysteem aan, het tast ook de globale orde aan zoals we die kennen,” zegt Han ten Broeke van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) bij EenVandaag.
De Cubanen zijn het meest bedreven in deze zogenoemde ‘doktersdiplomatie’. “Voor Cubanen is de gezondheidszorg het belangrijkste exportmiddel na suiker en sigaren,” aldus Ten Broeke. Ook bij bijvoorbeeld de ebola-uitbraak in 2014 trokken Cubaanse artsen de wereld over om de nood te verlichten.
“Het doel is reputatie vergroten,” zegt Ten Broeke. “Het is een middel om aan de wereld te laten zien wie je bent. Uiteindelijk is er niet zoveel tegen die hulp. Maar hij moet wel gericht zijn op het bestrijden van het probleem. Dat is het virus. Het moet niet in dienst staan van de geopolitieke invloed die kan worden verspreid.”
En daar zit een gevoelig punt. Italië was vorig jaar het eerste land dat ondanks grote EU-bezwaren, instemde om China te helpen met de aanleg van een nieuwe zijderoute. Met de hulp en de medische kennis die China nu deelt, wordt er krediet opgebouwd voor straks, als de coronacrisis voorbij is.
Sowieso komen we niet uit deze crisis zoals we erin gingen, zegt Han ten Broeke. “Landen die aandringen op multilaterale samenwerking nemen niet meer het voortouw. Vooral de VS niet meer natuurlijk. Nu zien we vooral autoritaire staten die het voorbeeld geven.”
Bekijk de hele uitzending van EenVandaag hier terug.