In 2015 vond de toenmalige Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken Robert Zoellick dat China zich als een ‘responsible stakeholder’ moest gaan gedragen om samen met het Westen de internationale rechtsorde te versterken.
Voor die oproep was een goede reden. Met de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 werd gehoopt dat dit land iets zou doen aan zijn handelsoverschot en zou stoppen met protectionistische maatregelen zoals de verplichte overdracht van technologie door bedrijven die in China markttoegang wilden krijgen, het schenden van het intellectuele eigendomsrecht, de ongebreidelde steun aan staatsbedrijven en dumping.
De EU zat op dezelfde lijn. De aanpak was dan ook dezelfde: paai China en verleid Peking tot goed gedrag. Dit bleek ook uit de China-strategie van de EU uit 2016. Daarbij stonden het creëren van een gelijk speelveld, wederkerigheid in de handelsbetrekkingen en het versterken van de internationale rechtsorde centraal.
Helaas ging het sinds die tijd van kwaad tot erger. Trump startte daarom zijn handelsoorlog en de Europese Commissie gooit het roer nu ook om. Dat komt op het moment dat president Xi een charmeoffensief in Europa uitvoert. Maar hij bezoekt een Europa waarin Brussel fundamenteel anders over hem is gaan denken.
Teleurstelling
Uit de vorige week gelanceerde nieuwe China-strategie blijkt teleurstelling. Enerzijds wil de Europese Commissie China blijven paaien; anderzijds wordt erkend dat de leiders in Peking hun eigen gang gaan. De conclusie is dat een passend antwoord nodig is nu China zich tot concurrent en uitdager heeft ontwikkeld.
De balans tussen kansen en uitdagingen is de afgelopen jaren verschoven, vindt de Commissie. De economische groei van dat land heeft geen precedent en het is inmiddels duidelijk dat China een leidende rol in de wereld wil spelen. Maar met economische groei en macht komen verantwoordelijkheden, schrijft de Commissie in de nieuwe strategie. Verantwoordelijkheden om bijvoorbeeld de internationale rechtsorde te versterken. Maar dat is nu juist de crux: even als Zoellick roept de Commissie voor de zoveelste keer dat China zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Helaas, China wil dat niet. Het blijft ‘China First’. Het land blijft protectionistisch en economisch offensief. En met de groeiende macht zal dat alleen maar erger worden.
Daarom is de toon van de Commissie ten opzichte van de China-strategie van 2016 veranderd. Naast de oproep aan China zich aan te passen, wordt nu meer machtspolitiek bedreven: de relatie met China zal worden vormgegeven op basis van Europese belangen en wederkerigheid zal zo nodig worden afgedwongen. De EU maakt daarbij gebruik van het feit dat het nog steeds het grootste economische blok van de wereld is.
Er wordt eindelijk erkend dat de Chinese investeringen een bedreiging voor de interne markt zijn die met wetgeving moeten worden gepareerd. Dit betekent ook dat Chinese investeringen in bijvoorbeeld vitale technologie en infrastructuur door de lidstaten moeten worden gescreend op hun gevolgen voor de nationale veiligheid. Dat geldt in het bijzonder voor 5G-netwerken.
Zo bezien is de nieuwe China-strategie winst. De EU erkent dat paaien van China weinig zin heeft en dat Europa zich met botte machtspolitiek moet beschermen.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw.